Eerste Macs met M4-chip komen dit jaar al uit: het wachten waard?

De MacBook Air is pas net over op de M3-chip, maar Apple wil dit najaar al Macs uitbrengen met een snellere M4-chip. Wat kun je van de chip verwachten, en is hij het wachten waard? Wij zetten het op een rij.

De ontwikkeling van Apple’s eigen chips is bijna niet bij te houden. Hoewel het pas 3,5 jaar geleden is dat Apple voor het eerst de M1 introduceerde – Apple’s eerste eigen Mac-processor – zijn er nu al elf M-chips verschenen. En dit najaar komt er een twaalfde bij: de M4. Dat beweert Apple-analist Mark Gurman, die het meestal bij het rechte eind heeft.

De M4-chip zou met name gericht zijn op AI. De M1, M2 én M3 hebben allemaal dezelfde 8-core Neural Engine. Dat is het onderdeel van de chip dat zich richt op AI-taken. In de M4 zou deze Neural Engine eindelijk een upgrade krijgen naar meer en krachtigere cores. Dezelfde ontwikkeling wordt ook al verwacht in de A18-chip voor de iPhone 16.

Volgens Gurman kunnen we de M4 eerst verwachten in de iMac, de instapversie van de 14-inch MacBook Pro, en de Mac mini. Die modellen krijgen al eind dit jaar de upgrade. Pas in 2025 komt de chip ook naar de MacBook Air, Mac Studio en als laatste de Mac Pro.

De hamvraag: moet je wachten op de M4, of toch voor een Mac met de M3 gaan? Dat ligt er maar net aan: in juni kondigt Apple zijn plannen rondom AI aan tijdens de WWDC24. Zitten daar veel functies tussen die lokaal op je apparaat draaien (en dus niet de cloud) dan is een M4-chip met snellere Neural Engine zeker geen overbodige luxe. Doet AI je niet zoveel? Dan is de M3 ook al een supersnelle chip – je kunt dus niet echt een miskoop doen.