Als je een Mac gebruikt, dan is Finder waarschijnlijk een van de meest gebruikte apps op je computer. Misschien zelfs zonder dat je het in de gaten hebt, is Finder is een van de belangrijkste onderdelen van je Mac. Het is de app waarmee je al je bestanden, mappen, apps en andere documenten kunt beheren en organiseren. Maar hoe werkt Finder precies en wat kun je er allemaal mee doen?
Lees verder na de advertentie
Finder is, zoals Apple het zelf zegt, de ‘Macintosh-bureaubladomgeving’. Als je de Mac opstart, is Finder het eerste wat je ziet. Dit programma opent automatisch en blijft geopend terwijl je andere dingen doet op je Mac. Het programma heeft de toepasselijke naam “Finder” gekregen, omdat je het gebruikt voor het vinden en organiseren van al je bestanden, documenten en apps.
kooptip
Maximale korting en dubbele data als je thuis internet van KPN hebt
Wat is Finder?
Finder is de standaard bestandsbeheerder van macOS. Je kunt het zien als een soort verkenner, maar dan met meer mogelijkheden en functies. Finder laat je niet alleen zien wat er op je harde schijf, iCloud Drive of externe opslag staat, maar geeft je ook toegang tot je bureaublad, je prullenbak, je favorieten, je recente bestanden en meer.
Je kunt Finder herkennen aan het blauwe icoontje met een lachend gezicht in je Dock. Als je erop klikt, opent er een nieuw venster waarin je al je bestanden en mappen kunt zien. Je kunt ook meerdere Finder-vensters tegelijk openen door op Command + N te drukken of door in het menu Archief te kiezen voor Nieuw Finder-venster.
Hoe gebruik je Finder?
Finder heeft een eenvoudige en overzichtelijke interface die bestaat uit vier onderdelen: de menubalk, de knoppenbalk, de navigatiekolom en het hoofdvenster. We leggen ze hieronder kort uit.
1) De menubalk
De menubalk is de bovenste balk van je scherm waarin je verschillende opties kunt vinden, zoals Archief, Wijzig, Weergave, Ga, Venster en Help. Hier kun je bijvoorbeeld een nieuw Finder-venster openen, bestanden kopiëren of plakken, de weergave van je bestanden aanpassen, snel naar een bepaalde locatie gaan, vensters rangschikken of hulp zoeken.
2) De knoppenbalk
De knoppenbalk is de horizontale balk boven in een Finder-venster waarin je een aantal snelkoppelingen hebt naar veelgebruikte functies. Zo kun je hier bijvoorbeeld terug- of vooruitgaan in je geschiedenis, een nieuwe map aanmaken, bestanden delen of verwijderen, zoeken naar bestanden of de weergave van je bestanden veranderen. Je kunt de knoppenbalk naar eigen wens aanpassen door met de rechtermuisknop te klikken en te kiezen voor Pas knoppenbalk aan.
3) De navigatiekolom
De navigatiekolom is de verticale balk aan de linkerkant van je Finder-venster waarin je een overzicht hebt van al je locaties en favorieten. Hier kun je snel naar bijvoorbeeld je bureaublad, documenten, downloads, iCloud Drive of prullenbak gaan. Je kunt ook zelf mappen toevoegen aan je favorieten door ze te slepen naar de navigatiekolom. Om een map te verwijderen uit je favorieten, houd je de Command-toets ingedrukt en sleep je de map weg.
4) Het hoofdvenster
Het hoofdvenster is het grootste gedeelte van je Finder-venster waarin je al je bestanden en mappen kunt zien die zich op de geselecteerde locatie bevinden. Je kunt het hoofdvenster op verschillende manieren weergeven: als symbolen, als lijst, als kolommen of als galerij. Je kunt dit veranderen door op een van de vier knoppen in de knoppenbalk te klikken of door in het menu Weergave te kiezen voor Toon als symbolen/lijst/kolommen/galerij.
In vogelvlucht: wat kun je met Finder?
- Bestanden zoeken, sorteren, kopiëren, verplaatsen, verwijderen en hernoemen
- Mappen aanmaken, ordenen en delen
- Apps openen, installeren en verwijderen
- Snelle acties uitvoeren op bestanden, zoals roteren, markeren of comprimeren
- Voorvertoningen bekijken van bestanden, zoals foto’s, video’s of documenten
- Toegang krijgen tot iCloud Drive, AirDrop, netwerklocaties en externe schijven
- Tags toevoegen aan bestanden om ze makkelijker terug te vinden
- Favorieten instellen voor veelgebruikte mappen of locaties
- Tabs en vensters gebruiken om meerdere mappen tegelijk te bekijken