4 basisgebaren voor het bedienen van je iPhone
Direct aan de slag?
De iPhone heeft nauwelijks knoppen: je bedient de iPhone en alle apps die erop staan met enkele eenvoudige gebaren. Deze basisgebaren zijn essentieel om je iPhone te kunnen bedienen. Heb jij ze al in de vingers?
Lees hier stap voor stap hoe het werkt
Tikken
Een tik betekent dat je je vinger heel kort op een onderdeel van het scherm houdt. Tik op een app om deze te openen, tik op een knop om een actie in gang te zetten of tik op een linkje om naar de bijbehorende inhoud te gaan.
Vegen
Beweeg een vinger snel over het scherm. Zo blader je door je schermen met apps, haal je items tevoorschijn (zoals het Bedieningspaneel), of veeg je ze juist weg (zoals een melding).
Zoomen
Inzoomen doe je door twee vingers op het scherm te plaatsen en ze uit elkaar te bewegen. Om uit te zoomen beweeg je twee vingers naar elkaar toe, een knijpbeweging dus. Essentieel in apps als Foto’s en Kaarten.
Houd je vinger op het scherm
Houd je vinger wat langer op het scherm totdat er iets gebeurt. Bij apps verschijnt een menu, Live Photos komen in beweging, bij knoppen in het Bedieningspaneel tover je extra opties tevoorschijn. Je voelt een trilling ter bevestiging – dit wordt Haptic Touch genoemd. Vroeger kon je het scherm ook nog harder indrukken (3D Touch), maar dat is inmiddels uitgefaseerd.
Houd je je vinger vaak onbedoeld te lang op het scherm, waardoor je per abuis iets activeert? Of lijkt het juist eindeloos te duren voordat er iets gebeurt? Je kunt de aanraakduur aanpassen. Dit doe je via ‘Instellingen>Toegankelijkheid>Aanraken>Haptic Touch’. Je hebt de keuze uit Snel, Standaard en Traag.