AnkerMake M5C review: de beste 3D-printer voor beginners?

De AnkerMake M5C is een 3D-printer met een wel érg toegankelijke prijs. Maar kan het voor dat bedrag wel wat zijn? Je leest het in onze AnkerMake M5C review!

Iets meer dan een jaar geleden testten we bij iCreate de AnkerMake M5, een toegankelijke 3D-printer met een relatief zacht prijskaartje van 849 euro (inmiddels 699 euro). Hoewel de bijbehorende software van de M5 nog wat te wensen over liet, waren we erg enthousiast over de snelheid, slimmigheid en het gebruiksgemak dat deze printer te bieden had. Nu heeft hij ook een goedkoper broertje, de AnkerMake M5C, die voor 449 euro in de winkels ligt. Wat lever je precies in voor de forse prijsvermindering, en hoe staat de software er nu voor? 

Zet je de M5 en M5C naast elkaar, dan vallen twee dingen op. Ten eerste is de M5C een stuk minder diep en breed. Ook zit de rol met filament, dus het materiaal waarmee je print, bovenop. Hierdoor neemt de printer alleen in de hoogte wat meer ruimte in beslag en past hij gemakkelijk op je bureau of een klein bijzettafeltje. Ten tweede is de M5C Koos Displayloos, en heeft hij alleen één fysieke knop om hem te bedienen.

Toch hoef je het display van de M5 niet écht te missen: de AnkerMake-app op je iPhone vervult dezelfde rol. Al vergt het natuurlijk iets meer moeite om die op te roepen dan door even naar een ingebouwd schermpje te turen. Wat dat betreft was een heel simpel schermpje misschien een betere keuze geweest dan helemaal geen.

Dan zijn er nog iets minder zichtbare wijzigingen. De printplaat van de M5C is wat kleiner: die is 22 bij 22 centimeter, ten opzichte van 23,5 bij 23,5 op de M5. Ook ontbreekt een ingebouwde camera om je prints in de gaten te houden. Kleine downgrades dus, maar er is ook een upgrade. De printkop is nu namelijk volledig van metaal, en kan daardoor hogere temperaturen aan dan die van de M5. Hierdoor kun je ook printen met sterke materialen als PA en PA-CF, naast het gebruikelijke PLA, PETG en ABS.

De M5C is net als zijn grotere broer erg gemakkelijk in gebruik, al vanaf het moment dat je hem uitpakt. Je zet hem in elkaar met twaalf schroefjes, en je lijnt de printer automatisch uit met de AnkerMake-app. Daarna is het alleen een kwestie van de rol met filament aan de printer ‘voeden’. Al met al ben je nog geen halfuur kwijt voordat je aan de slag kunt.

De bijbehorende app is overigens erg handig. Je ziet in een oogopslag waar de printer mee bezig is, je bedient functies als het voeden of terugtrekken van filament, en je kunt er zelfs 3D-objecten mee vinden en ze direct printen. Een kind kan de was doen dus, en je hoeft niet meer per se in de weer met je Mac of pc.

Overigens haal je met een computer wel meer uit de M5C. Daarop draai je het nieuwe AnkerMake Studio, waarmee je heel precies prints voorbereidt en instellingen naar hartenlust aanpast. In tegenstelling tot de ‘oude’ AnkerMake-software waarschuwt de Studio je ook als prints problemen op kunnen leveren, en geeft hij aan welke stappen je kunt nemen om die problemen te voorkomen. Hierdoor is de kans veel kleiner dat een print mislukt en er een spaghettizooitje wordt gemaakt. Wel missen we nog de optie om printkopjes te selecteren: de M5C wordt geleverd met een 0,4 mm-kop, en een 0,2 mm-kop voor preciezere prints, maar laatstgenoemde is in de Studio nergens te bekennen. Daarvoor moet je voorlopig nog de oude AnkerMake-software van stal halen.

Als je de M5C eenmaal aan het werk zet, gaat hij als een speer – net als de M5. Prints komen er in een hoog tempo uit, en doordat de M5C zichzelf voor elke print uitlijnt, gaan de cruciale eerste lagen eigenlijk altijd goed. Daarna kun je de printer gerust z’n gang laten gaan: als de AnkerMake Studio van tevoren zegt dat het goedkomt, dan is dat ook zo. De uiteindelijke resultaten zijn erg precies, met maar weinig lijntjes en losse frutseltjes, zelfs als je hem op 100% snelheid zijn gang laat gaan. Oftewel: hij doet gewoon z’n ding. Dat is in het budgetsegment van 3D-printers echt iets om over naar huis te schrijven.