Vervang je Apple-apps met deze 8 alternatieven

Bij de iCreate-redactie zijn we nogal fan van FaceTime. Het gemak waarmee we er onze familie en vrienden mee kunnen bellen alsof we een Spiegel van Malkander in onze handen hebben en het feit dat de geluidskwaliteit veel beter is dan een ‘normaal’ telefoongesprek, doet ons vaker op ‘Bellen via FaceTime’ tikken dan wat anders.

Toch is FaceTime niet perfect. Want als je net in een gesprek zit en je even een linkje of foto wilt delen, dan moet dit in een andere app. Dit resulteert vaak in een wat ongemakkelijke ‘wacht even hoor’ en meerdere tikken op het scherm voordat de ontvanger ziet wat je gestuurd hebt.

Dat kan beter, en wel met de gratis app Discord. Met Discord combineer je videobellen en chatten in één. Je blijft daardoor gewoon in je gesprek terwijl je bestanden, linkjes, foto’s en meer met elkaar deelt.

Bovendien is het in Discord mogelijk om een vaste ‘server’ aan te maken, bijvoorbeeld voor je gezin. Start je een gesprek binnen die server, dan kan ieder lid daar op ieder moment bij aansluiten – met of zonder video. Het is zelfs mogelijk om binnen de server meerdere chats en gesprekken aan te maken, bijvoorbeeld om verschillende onderwerpen gescheiden te houden of om mensen op te splitsen in teams voor een spelletje.

Met meerdere tekstkanalen voor dezelfde server houd je subgroepjes of onderwerpen uit elkaar. Zo houd je de tweehonderd berichtjes over een voetbalwedstrijd gescheiden van belangrijke aankondigingen, en mis je nooit wat echt belangrijk is. En met audiokanalen kun je onderling gesprekken voeren, zonder dat direct de hele server mee praat.

Terwijl je in een gesprek zit, kun je door heel Discord blijven navigeren om chats te raadplegen. Met de knoppen onderin – of groene balk bovenin op de iPhone – heb je altijd toegang tot de bediening van je gesprek. Zo kun je jezelf of het gesprek muten, of teruggaan naar het gesprek zelf om elkaars webcam of schermdeling te bekijken.

Met de knop linksboven navigeer je naar het scherm met individuele chats. Hier kun je chatten of bellen met één persoon, of een tijdelijk gesprek aanmaken met tot negen leden. Handig voor als je eenmalig wat mensen moet spreken, maar er niet direct een hele server voor wilt aanmaken.

Je iPhone-camera kan meer dan je denkt, maar Apple beperkt je met de standaard Camera-app behoorlijk in je mogelijkheden. Want wat als je even de sluitertijd wilt aanpassen? Of de ISO-waarde? En wat als je zelf je lens uit wilt kiezen?

Laatstgenoemde lijkt mogelijk te zijn – je hebt immers de knopjes voor ‘0,5x’ tot ‘3x’ – maar toch doet dit nietaltijd wat je zou verwachten. Is het namelijk wat donkerder, dan wordt bij het selecteren van de zoomlens soms gewoon het beeld van de hoofdcamera ingezoomd. Dit doet Apple omdat dit minder ruis oplevert, maar de plaatjes worden er een stuk waziger van.

Als je wél zelf controle wilt over je iPhone-­camera, dan is de app Pro Camera by Moment een uitkomst. Je krijgt hiermee toegang tot de handmatige selectie van je lens, en schuifregelaars voor je sluitertijd, ISO, focus en witbalans. Ook kun je met de app alles gemakkelijk opslaan in een preset, zodat je snel kunt schakelen naar de perfecte instelling zonder dat je de regelaars opnieuw moet verschuiven.

Een gave extra is de slow shutter-optie. Daarmee kun je een extreem lang belichte foto maken voor dramatische lichtsporen of een mooi uitgelichte sterrenhemel. Die wordt ook direct opgeslagen als Live Photo, zodat je het proces van het maken van de foto terug kunt kijken door de foto even ingedrukt te houden.

Een timelapse maken kan ook nog. En wel met een resolutie tot 4K, waar Apple’s app stopt bij 1080p. Kortom: Pro Camera is dé app voor wie creatief aan de gang wil met zijn iPhone-camera.

In Pro Camera heb je geen gedoe met gissen naar welke lens je op dat moment gebruikt: met de bolletjes aan de zijkant selecteer je handmatig een specifieke lens. Zo kun je dus ook een opzetlensje op je iPhone schroeven. Zonder dat je ineens de zijkant van die lens te zien krijgt omdat je iPhone automatisch de lens ernaast heeft geselecteerd.

Om met Pro Camera nog meer uit je camera te halen, kun je in het opties-menu Focus Peaking en Clipping activeren. Hiermee zie je door fel contrasterende kleuren in je camerabeeld of je onderwerp in focus is, en of er delen van het beeld onder- of overbelicht zijn. Dit is even wennen, maar uiteindelijk maak je hierdoor betere foto’s.

Met deze knop wissel je tussen de vier modi van Pro Camera: foto, video, timelapse en slow shutter. Met timelapse kun je in tegenstelling tot Apple’s camera-app zelf instellen wat de interval, resolutie en afspeelsnelheid van de timelapse zijn. En met slow shutter maak je foto’s met een extreem lange belichting, die nog verder gaan dan Apple’s nachtmodus.

Hoewel Apple misschien voor ogen had om met de app Boeken (voorheen iBooks) de hele e-bookmarkt over te nemen, is dat toch niet echt gelukt. En dat verbaast ons niets: de prijzen van de individuele boeken zijn soms vrij fors en een abonnementsdienst voor boeken (Apple Books+?) blijft uit. En om nou te zeggen dat een iPhone of iPad echt heel prettig leest vergeleken met een boek of een e-reader …

Maar goed, soms heb je alleen je iPhone of iPad bij de hand en wil je toch even een paar pagina’s van je boek lezen. In dat geval vinden we de app van Kobo een uitstekende optie. Heb je al een e-reader van Kobo, dan synchroniseert de app daar automatisch mee. Zo kom je direct op de goede pagina terecht op je iPhone als je net een stuk gelezen hebt op je e-reader, en andersom.

Maar ook als je geen e-reader van Kobo hebt, biedt deze app een paar voordelen ten opzichte van Apple Boeken. Ten eerste is hij gekoppeld aan Bol.com, waardoor je er alle e-books van de grote webwinkel mee kunt lezen. Dat is dus een flink aanbod met prima prijzen, en je kunt er ook gewoon je Nederlandse boekenbonnen spenderen. Daarnaast is er een versie van de app die gekoppeld is aan Kobo’s eigen boekenwinkel – om het aanbod nog maar wat groter te maken.

Een ander groot voordeel van de Kobo-app is dat hij ondersteuning heeft voor Kobo Plus Lezen. Dit abonnement geeft je toegang tot een grote collectie van tienduizenden boeken waar je vrij in kunt lezen, voor € 9,99 per maand. Zie het dus als een soort Spotify voor boeken. En voor wie van luisterboeken houdt, is er ook Kobo Plus Luisteren (€ 9,99) of een gecombineerd abonnement voor boeken én luisterboeken (€ 12,99).

Over het algemeen haal je dit abonnement er dus al uit als je één nieuw boek per maand leest. Verder heeft de app alle handigheden die je gewend bent van Apple Boeken: verschillende lettertypes, kleuropties, ondersteuning voor je eigen ePub-bestanden en de mogelijkheid om aantekeningen te maken. Ook cool: Kobo heeft uitgebreide leesstatistieken per boek, zodat je je leestempo in de gaten kunt houden.

De ene set office-apps is de andere niet. Hoewel iedere Mac, iPad en iPhone standaard wordt geleverd met Pages, Keynote en Numbers, kiezen velen ervoor om toch andere apps te gebruiken voor hun kantoorwerk. En dat is niet zo vreemd, want in veel gevallen draaien deze apps nou eenmaal om samenwerking.

Waar Microsoft Office en Google Workspace prima werken op zowat ieder apparaat wat je je maar voor kunt stellen, zijn Pages, Keynote en Numbers eigenlijk alleen geschikt voor ­Apple-apparaten. Goed, de apps zijn ook nog beschikbaar op iCloud.com, maar daarvoor moet je wel een Apple-account aanmaken en de web-versie mist veel functionaliteit. Dit maakt Apple’s office-apps dus voor veel mensen ongeschikt – ook als samenwerktool.

Maar als je ervoor kiest om Pages, Keynote en Numbers te vervangen, welke apps moet je dan gaan gebruiken? Microsoft Word, PowerPoint en Excel, of toch Google Docs, Slides en Sheets? Dat ligt maar net aan je gebruik, en aan jouw studie- of werkomgeving. Wij zetten de voordelen en nadelen van beide opties op een rij.

Om maar op z’n Hollands te beginnen: een belangrijk verschil tussen Microsoft Office en Google Workspace is de prijs. Waar je voor Office maar liefst 69 euro per jaar neertelt voor de basisversie voor één persoon, is Workspace helemaal gratis. Dat kan voor veel mensen al de doorslaggevende factor voor hun keuze zijn, maar er zijn wel wat nuances.

Zo heeft Office standaard 1 TB cloudopslag voor al je documenten, en Workspace slechts een ‘miezerige’ 15 GB. Met name als je met grote afbeeldingen en video’s werkt, kunnen documenten flink wat opslag in beslag nemen, en dan is de extra ruimte die je bij Microsoft krijgt wel zo prettig. Wil je meer opslag voor je Workspace, dan kan dat ook – maar dat kost wel bijna 125 euro per jaar voor 2 TB. Nogal fors ten opzichte van Office.

Ook krijg je met Office meer apps om mee te werken. Naast Word, PowerPoint en Excel, krijg je ook toegang tot Outlook, OneNote, Access en Publisher. Nu zullen de laatste drie apps voor veel mensen niet zo interessant zijn, maar Outlook wordt over het algemeen wel als hét e-mailprogramma gezien – dus dat is toch een prettig extraatje.

Office is op zowat elk apparaat als app te installeren: je Mac, iPad en iPhone, maar ook Windows-pc’s en Android-apparaten. Dit geeft dus de meest optimale ervaring op elk apparaat, omdat een app altijd nog een stuk soepeler en sneller werkt dan een website. Bovendien zijn de apps van Office behoorlijk uitgebreid op elk platform.

Natuurlijk krijg je – gezien het toch om een Microsoft-product gaat – op Windows de beste ervaring, maar op de Mac is Office bijna net zo goed. Zo heeft de Mac-versie van Word bijvoorbeeld ondersteuning voor extensies als Zotero en EndNote, net als op Windows. Ook op de iPad hoef je bijna geen features te missen. Denk bijvoorbeeld aan ‘wijzigingen bijhouden’, paginanummers, kopteksten/voetteksten en voetnoten: alles werkt zoals je verwacht.

Bij Workspace is het verhaal heel anders. Docs, Slides en Sheets zijn met name ontworpen om via je browser gebruikt te worden. Er zijn wel apps voor Docs, Slides en Sheets voor je iPhone en iPad, maar die zijn behoorlijk kaal qua functionaliteit. Doordat je Workspace dus doorgaans via de browser benadert, is de ervaring een stuk minder soepel dan met Office.

Tegelijkertijd heb je als voordeel dat het wel overal bekend aanvoelt. Ga je van je laptop naar je iPad, of van je iPad naar een computer op kantoor, dan is er voor jou geen verschil in hoe het programma werkt. Dit is bij Office niet zo, gezien de apps ervan op elk apparaat verschillend zijn.

Tegenwoordig is live samenwerken helemaal hip: hiermee kun je met meerdere mensen in één document zitten, en zie je direct de bewerkingen die anderen doorvoeren. Deze functie zit zowel in Office als in Workspace. Maar omdat Office betaald is, is het een stuk lastiger om er mee samen te werken dan met de apps van Google. Want hoewel jij misschien een licentie hebt voor Office, kan het zomaar zijn dat degene waarmee je het document wilt delen dat níét heeft.

Met Google loop je hier nooit tegenaan, omdat de ander alleen maar een gratis Google-account nodig heeft – en tegenwoordig heeft bijna iedereen dat wel. Een uitzondering op de regel is als je binnen een bedrijf of onderwijsinstantie een gezamenlijke Office-licentie hebt. In dat geval is samenwerken met Office net zo gemakkelijk als met Workspace, al kun je dan dus wel tegen problemen aanlopen als je gaat samenwerken met externe personen.

Ga je op de ‘ouderwetse’ manier bestanden delen, dus opslaan als bestand en versturen? Dan werken Office en Workspace overigens even gemakkelijk. Met beide diensten kun je bestanden gewoon exporteren in Word- of pdf-formaat, die de ontvanger in een programma naar keuze kan openen.

Zoals we van traditionele televisie zijn overgestapt naar Netflix en andere streamingdiensten, lijkt hetzelfde te gebeuren voor radio dankzij podcasts. Want waarom zou je urenlang luisteren naar programma’s waar je eigenlijk niet in geïnteresseerd bent of constant van radiostation wisselen voor dat ene leuke rubriekje, als het ook anders kan? Met podcasts luister je on demand naar wat jij leuk vindt. En het wordt nog veel leuker met de app Overcast.

Overcast zit vol handige functies waarvan je niet wist dat je ze nodig had. Bijvoorbeeld Smart Speed, waarmee je dynamisch de podcast kunt versnellen. De app luistert naar de pauzes in een gesprek, en verkort deze. Dit wordt slim aangepast als je de snelheid van de podcast verhoogt, waardoor het nooit echt gehaast klinkt. Veel beter dan de simpele versnellingsopties van Apple die de gehele podcast met 1,25x of 1,5x versnellen, wat al snel vermoeiend klinkt.

Ook cool is de Voice Boost-functie, die alle podcasts die je beluistert normaliseert. Heb je bijvoorbeeld een gesprek tussen een luide en een wat subtielere spreker, dan klinken beide personen met Voice Boost even hard. Dit is een stuk prettiger luisteren op plekken met veel omgevingsgeluid. En als je meerdere podcasts van verschillende bronnen achter elkaar luistert, hoef je niet telkens de volumeknop te verzetten om te compenseren voor de wisselende volumeniveaus.

Verder heeft Overcast allerlei knopjes en schakelaartjes waarmee je je podcastervaring personaliseert. Wil je altijd dezelfde podcasts op een rij luisteren? Dat kan. Wil je de kleuren van de app aanpassen? Prima. Wil je instellen dat de knoppen voor door- en terugspoelen een andere lengte hebben? Waarom ook niet. Overcast is simpelweg de beste app voor fanatieke podcastluisteraars. En de kans is klein dat je na het downloaden ooit nog Apple Podcasts opent.

Podcast luisteren voordat je gaat slapen? Geen probleem: met de ingebouwde timer-functie kun je je podcast of afspeellijst na een opgegeven aantal minuten laten stoppen. Zo blijft je podcast niet de hele tijd doorspelen als je al in dromenland bent.

Met Overcast zet je zo een slimme afspeellijst in elkaar, waarin je precies de podcasts op een rij kunt luisteren die je wilt. Maak bijvoorbeeld een afspeellijst met je favoriete nieuwspodcasts voor de rit naar werk, en een luchtigere afspeellijst voor de zondagmiddag.

Met Siri Shortcuts in Overcast voeg je commando’s toe aan Siri die je podcasts en afspeellijsten bedienen. Deze kun je vervolgens ook activeren via de Opdrachten-app, of zelfs toevoegen aan je beginscherm als app-icoontje. Zo kun je direct de podcast beluisteren die je wilt, zonder hem in de app aan te hoeven tikken.

De Notities-app komt voor veel dingen van pas: je boodschappenlijstje, je parkeervak, die ene afspraak die je later nog in je agenda moet zetten … Maar de app kent ook z’n beperkingen. Ja, je kunt de opmaak veranderen, maar je opties zijn beperkt en bovendien wat knullig te bereiken. Ja, je kunt linkjes neerploffen, maar je krijgt alleen een lange url te zien en niet de inhoud van de link. En het uiterlijk van notities veranderen, ze exporteren naar een bestand naar keuze, of een eigen lettertype kiezen? Vergeet het maar.

Met de app Bear kan dit allemaal wél. Zie het als een soort fusie van Apple’s Notities-app en een geavanceerde tekstverwerker. Net als in Notities maak je zonder erbij na te denken een snelle aantekening: je eerste regel wordt een titel, lijstjes worden omgetoverd tot afvinklijstjes en genummerde opsommingen krijgen vanzelf een mooie opmaak.

Bear voegt daar echter nog wat slimme functies aan toe. Linkjes tonen automatisch de titel van de site, bijna alle soorten bestanden kun je simpelweg in de tekst ploffen, en je kunt woorden met kleurtjes markeren. Daarnaast kun je met Bear typen zoals je zou verwachten in een tekstverwerker: voeg opmaak toe, en deel je tekst duidelijk op in headers, lijstjes, strepen, citaatblokken en meer. Je kunt je notities dus zo simpel houden als je wilt, of juist zo ingewikkeld maken als je wilt.

Betaal je daarbij voor Bear Pro (€ 15,99 per jaar), dan krijg je nog meer handige functies. Zo kun je met Pro je notities tussen je Mac, iPad en iPhone synchroniseren, je notities exporteren in pdf-, docx- en jpg-formaat, en veel verschillende thema’s toepassen om Bear te personaliseren. Daarnaast voegt Pro de mogelijkheid toe om notities of delen ervan te exporteren in HTML. Ben je braaf geweest met het bijhouden van je opmaak, dan heb je op die manier vaak al een tekst die je zo in een bewerker als WordPress kunt zetten.

Kortom: ben je al een groot fan van de Notities-app? Dan zul je een Beatlemania-achtige superfan zijn van Bear. Net als een paar van onze redactieleden, overigens.

Sinds iOS 14 heeft de iPhone een ingebouwde Vertaal-app, maar om nou te zeggen dat we hem fanatiek gebruiken … De reden dat we niet zo’n fan zijn, is dat hij niet bepaald briljant vertaalt. Vaak komen we knullige foutjes tegen, en hoewel we die prima kunnen corrigeren met talen die ons bekend zijn zoals Engels of Duits, maakt dat de app onbruikbaar voor talen die we niet meester zijn. Gelukkig is er tegenwoordig een veel betere vertaalapp – en hij heet niet Google Vertalen!

Het gaat om de app DeepL Translate. DeepL is ontwikkeld op basis van machine learning. Dit wil zeggen dat het computermodel achter DeepL is gemaakt met miljoenen teksten en hun bijpassende vertalingen. De computer heeft de twee teksten telkens vergeleken, en onthouden hoe zinnen vertaald worden om dit nu zelf na te kunnen doen.

Dit idee is niet nieuw – in principe is elke vertaalmachine op die manier in elkaar gezet. Maar de uitvoering van DeepL zit simpelweg veel beter in elkaar dan die van andere vertaalmachines. Het resultaat: véél natuurlijkere vertalingen met veel minder vreemde fouten.

DeepL heeft de nodige slimme functies die je van andere vertaalapps gewend bent. Zo is het mogelijk om teksten te vertalen via je camera of reeds gemaakte foto’s. Ook kun je een tekst simpelweg inspreken: handig voor als je een gesprek voert met iemand die jouw taal niet spreekt. Daarnaast kun je tekstbestanden direct importeren, zodat deze in hun geheel worden vertaald. Dit kunnen bijvoorbeeld ook Word-bestanden zijn die al helemaal zijn opgemaakt: ze worden dan met opmaak en al vertaald.

DeepL is grotendeels gratis, tot een maximum van 5000 karakters per maand. Ga je over die limiet heen, dan heb je DeepL Pro nodig. Met dit abonnement kun je voor € 72 per jaar onbeperkt vertalen. En wat je vertaalt is ook nog eens end-to-end versleuteld, wat wil zeggen dat jouw teksten niet in te zien zijn voor DeepL, en ze dus ook niet worden gebruikt om het algoritme van de vertaalmachine te verbeteren. Wel zo prettig.

Ook fijn: via deepl.com is het ook mogelijk om een app te installeren op je Mac. In tegenstelling tot Apple’s Vertaal-app. Die werkt gek genoeg alleen op de iPhone en iPad.