Betaalbare iPhone raakt uit zicht door onrust in China en India

Wie nu de winkel binnenstapt, kan voor € 719 een gloednieuwe iPhone in huis halen – maar door importtarieven voor China en een oplaaiende oorlog in India kan dat binnenkort wel eens verleden tijd zijn.
Lees verder onder de advertentie
EU niet immuun voor importheffingen
Het zal je niet ontgaan zijn: de Amerikaanse regering heeft vorige maand torenhoge importtarieven ingesteld op producten uit China, oplopend tot wel 125%. Het overgrote deel van de iPhone-productie is gevestigd in China, dus voor Apple wordt het importeren van iPhones naar de VS een flinke strop.
kooptip

Met € 7,50 korting p.m. op Red Unlimited als je ook Ziggo Internet hebt!
Hoewel de importtarieven gericht zijn op de Amerikaanse markt, en dus Europa niet direct treffen, heeft Apple door de heffingen wel te maken met stijgende kosten die uiteindelijk weer doorberekend moeten worden aan de consument. Het bedrijf heeft al aangegeven dat het in het tweede kwartaal van 2025 ongeveer $ 900 miljoen extra kwijt is door de importheffingen, en deze kosten kunnen nog verder oplopen. Ook Europese gebruikers zullen dit in de prijs van de iPhone gaan merken.
Uitwijken naar India bemoeilijkt
De importheffingen van Trump komen niet geheel als een verrassing voor Apple – de spanningen tussen China en de VS lopen immers al jaren op – dus het bedrijf heeft zich stilletjes al wel voorbereid. Apple is een stuk minder afhankelijk van China dan een paar jaar geleden doordat er flink is geïnvesteerd in de productie van iPhones in India. Zo’n 18% procent van alle iPhones wordt daar nu gebouwd. De Amerikaanse importheffingen voor India zitten nu op ‘slechts’ 27 procent, wat het voor Apple interessant maakt om dit aandeel verder uit te breiden.
Toch wordt deze ‘uitweg’ nu ook bemoeilijkt. Het conflict tussen India en buurland Pakistan brengt nieuwe onzekerheden met zich mee. Hoewel de productie in India voorlopig gewoon doorgaat, kunnen verdere escalaties de productiecapaciteit beïnvloeden. Denk aan logistieke problemen, zowel voor het importeren van onderdelen als voor het exporteren van iPhones, en fabrieken die geen volle productie kunnen draaien. Voor Apple kan het conflict ook een reden zijn om op de lange termijn toch de productie naar een ander land te verschuiven.
Waar kan Apple nog naartoe?
Apple heeft al geïnvesteerd in productielijnen in andere landen om risico’s nog verder te spreiden. Vietnam is daarbij een belangrijke optie, maar ook daar zijn er uitdagingen, zoals hogere importtarieven van 46% en minder ontwikkelde infrastructuur.
Dan is er nog een optie waar Trump ongetwijfeld op doelt: productie in de Verenigde Staten. Dit lijkt op het eerste gezicht mooi voor de Amerikaanse economie en om Apple minder afhankelijk te maken van het buitenland, maar is in de praktijk veel te duur. Analisten schatten dat het produceren van iPhones in de VS de prijs zou kunnen verdrievoudigen, wat zou resulteren in een vraagprijs van tot wel € 3000 per iPhone. Daarmee zou Apple zich dus volledig uit de markt prijzen, ook in Europa.
Voorlopig afwachten
Als Europese consument is het voorlopig een kwestie van afwachten. De huidige importtarieven veranderen zowat per week, en kunnen voor Apple uiteindelijk een stuk gunstiger uitpakken dan nu het geval lijkt – bijvoorbeeld door een deal tussen Apple en de regering Trump. Bovendien zouden de extra kosten die Apple nu voorziet, dus $ 900 miljoen in het tweede kwartaal, maximaal een paar euro per iPhone schelen als ze worden doorberekend naar de klant.
Voor de langere termijn zijn er echter veel onzekerheden. Productie in China lijkt nu onhoudbaar, en de landen die kandidaat zijn om het stokje over te nemen hebben ook te maken met instabiliteit en hoge heffingen. Apple moet zich hier doorheen zien te navigeren – en de kans is groot dat dat je dit uiteindelijk in de prijzen gaat merken. Óók in Europa.
Praat mee
0