Stap voor stap je eigen takenreeks in Opdrachten maken – zo werkt het
Direct aan de slag?
Heb je ooit van AppleScript gehoord? Doorgewinterde Apple-gebruikers zweren bij deze simpele script-programmeertaal, die al dertig jaar op de Mac te vinden is. Deze doet qua opbouw denken aan de Engelse taal. De scripts zijn meestal korte beschrijvingen van wat er in een programma moet gebeuren. Op die manier kun je terugkerende taken automatiseren, tijd besparen of de kans op slordigheidsfoutjes verkleinen.
Maar om dat soort scripts te schrijven, heb je behoorlijk wat ervaring en geduld nodig. Het probleem van scripttalen is namelijk dat je alle commando’s en de syntaxis moet kennen en beheersen, én dat je alles zelf moet typen op je toetsenbord. Als er ook maar een kleine typefout in je code zit, werkt het hele script niet. En de foutmelding die je krijgt, zegt meestal weinig over wat nou écht het probleem is. Bovendien is AppleScript niet beschikbaar op de iPhone en iPad.
Opdrachten is beter
Apple’s app Opdrachten verhelpt de grootste problemen van scripttalen. In een grafische weergave rangschik je verschillende bouwstenen om stapsgewijs een zogeheten ‘opdracht’ te bouwen. Er zijn taken om bepaalde gegevens op te halen en hierop te reageren, zoals de locatie, de weersverwachting of het oplaadniveau van de batterij. Andere taken zetten resultaten om, schrijven ze op, lezen ze voor of berekenen iets. Het toetsenbord wordt alleen gebruikt voor tekstinvoer, al het andere gebeurt door te klikken, tikken en slepen. Het proces is vergelijkbaar met de app Automator van macOS, maar Opdrachten is veel krachtiger en flexibeler.
Opdrachten werkt op de iPhone, iPad en Mac. De app is gemakkelijk in gebruik, omdat taken vanzelf ingewikkelde programmeerdingen regelen – zoals het aanmaken van variabelen – en je je daar dus geen zorgen over hoeft te maken. In detail vereist Opdrachten echter wat uitleg. Daarom wijzen we je in deze Genius de weg op een instapniveau. Tegelijkertijd waarschuwen we voor de grootste valkuilen die voor fouten kunnen zorgen.
We gebruiken de iPhone als voorbeeld om te laten zien hoe je een opdracht maakt. De telefoon heeft namelijk de meest uitgebreide verzameling taken. De verschillen met de iPad-versie zijn vrij klein, maar in macOS vind je wel enkele speciale functies – meer hierover in het kader ‘Opdrachten op de Mac’.
Opdrachten was er eerst alleen op de iPhone. Voor de Mac moest Apple de app aanpassen aan het grotere scherm. Het hoofdvenster toont hier altijd de categoriekolom aan de linkerkant. Je start een opdracht via de play-knop, die verschijnt als je de muiscursor erboven houdt – of via het Ctrl-klikmenu.
Dubbelklik op een tegel om de bewerkweergave van de snelkoppeling te openen in een apart, schaalbaar venster. De takenbibliotheek of opdrachtdetails vind je in de rechter zijbalk. Die laatste is verdeeld in ‘Details’, ‘Privacy’ en ‘Configuratie’, net als op de iPhone.
Op de Mac kun je opdrachten niet automatiseren, bijvoorbeeld zodat deze op een vast tijdstip worden uitgevoerd. Op het tabblad ‘Opdrachtdetails’ van de zijbalk rechts kun je met ‘Maak vast in menubalk’ een opdracht zo instellen, dat een opdracht in het Opdrachten-icoontje in de menubalk verschijnt. Dit biedt snelle toegang tot je belangrijkste opdrachten.
De optie ‘Gebruik als snelle taak’ toont de opdracht in Finder, onder ‘Snelle taken’ in het Ctrl-klikmenu van een bestand. Je kunt hem ook toevoegen aan het menu ‘Diensten’, waardoor je de opdracht in zowat al je apps kunt gebruiken. In principe is dit een variant op de Deel-knop van iOS, maar dan aangepast voor de Mac. De ‘echte’ Deel-knop van macOS kan (nog) niet direct worden uitgebreid. Er is daar echter wel een item genaamd ‘Opdrachten’ dat beschikbare commando’s toont.
De iPad-versie van Opdrachten doet qua uiterlijk vooral denken aan de Mac-versie, qua functionaliteit en mogelijkheden meer aan de iOS-versie.
Sla een foto direct op in Bestanden
Deze Genius geeft een voorbeeld van een opdracht die foto’s maakt en ze automatisch opslaat in een iCloud-map in de app Bestanden. Dit zorgt voor meer overzicht in je fotobibliotheek van iOS, die voor van alles wordt gebruikt – van schermafbeeldingen tot video’s. De opgeslagen afbeeldingen krijgen ook individuele bestandsnamen. Deze eenvoudige basis gaan we in de loop van het artikel finetunen.
Om te beginnen, zorg je ervoor dat je in de tabbladbalk onderin ‘Opdrachten’ hebt geselecteerd. Gebruik de plus-knop rechtsboven om een nieuwe opdracht te maken. Tik vervolgens op de titel ’Nieuwe opdracht’ bovenaan en selecteer ‘Wijzig naam’. Kies hier een naam die je zelf goed kunt uitspreken – de opdracht werkt straks namelijk ook met Siri. Ons voorbeeld heeft de naam ‘Maak een iCloud-foto’ gekregen.
Fase 1: Maak een foto
Het is tijd voor de eerste taak: er verschijnen al wat suggesties in het midden van het scherm. Deze zijn soms nuttig, maar meestal niet. Tik daarom op de grote blauwe knop met het label ‘Voeg taak toe’ in je lege opdracht. Of gebruik het zoekbalkje met daarin ‘Zoek naar apps en taken’. In beide gevallen verschijnt de actiebibliotheek onderaan het scherm.
Deze bibliotheek verwelkomt je met een verzameling prominente app-taken die door het besturingssysteem dynamisch wordt samengesteld, op basis van jouw gedrag. Wat hier verschijnt, is afhankelijk van je geïnstalleerde apps en de daarin geïntegreerde taken voor Opdrachten. Boven staan acht categorieën in een blauwe kleur.
Tik op de categorie ‘Media’ en veeg naar de subcategorie ‘Camera’. Daar vind je de taak ‘Maak foto’. Deze opent de cameraweergave en laat je direct een foto maken. De blauwe, omcirkelde ‘i’ rechts van de naam geeft altijd een korte beschrijving van de functie. Vanaf hier kun je de taak toevoegen aan je takenreeks – dit kan ook door direct op de taak te tikken in plaats van op de ‘i’. De takenbibliotheek verdwijnt en je keert terug naar je opdracht, met daarin de toegevoegde fotoactie.
Drie elementen vallen op: twee plaatsaanduidingen met een blauwe achtergrond en een omcirkeld icoontje. In de eerste plaatsaanduiding selecteer je hoeveel foto’s je wilt maken, in de tweede met welke camera. Het pijltje verbergt geavanceerde instellingen, in dit geval is dat er slechts één: ‘Toon voorvertoning camera’. Als je dit uitschakelt, maakt de camera een foto zonder interactie wanneer je de opdracht start. Meestal wil je echter zien wat je op dat moment opneemt. Voorlopig hoef je de fotoactie dus niet aan te passen.
Fase 2: Sla de foto op
Veeg de takenbibliotheek van onder naar boven om hem weer te openen. Tik op de ‘x’ in de rechterbovenhoek om terug te gaan naar het categorieënoverzicht en het zoekveld.
Blader in de categorie ‘Document’ naar het kopje ‘Bestandsopslag’.
Tik onder dit kopje op de taak ‘Bewaar bestand’ om deze direct naar het einde van je opdracht te verplaatsen. De enige plaatsaanduiding voor de taak wordt automatisch gevuld met de uitvoer van de vorige fototaak, te herkennen aan de blauwe tekst ‘Foto’. Ook hier zijn extra instellingen, maar die mag je voorlopig negeren.
Nu kun je de opdracht testen: tik hiervoor op de play-knop rechtsonder. De cameraweergave van het apparaat wordt als eerste geopend. Je kunt rustig de tijd nemen om je onderwerp in te stellen en een foto te maken. Bevestig met ‘Gebruik foto’ dat je tevreden bent met de voorvertoning die verschijnt of begin opnieuw via ‘Herhaal’. Als je een geslaagde foto hebt gemaakt, vraagt de taak ‘Bewaar bestand’ waar de foto moet worden opgeslagen. Zodra je de map hebt geselecteerd door op ‘Open’ te tikken, wordt de bestandsweergave gesloten. Onder de laatste taak toont Opdrachten opnieuw het resultaat – in dit geval is dit de foto die je zojuist hebt opgeslagen.
Fase 3: Stel geen vragen
De basisstructuur is nu klaar voor de eerste optimalisaties. Je wilt waarschijnlijk niet elke keer een doelmap kiezen, maar hebt al een standaardmap in gedachten. Bovendien bestaat de bestandsnaam die standaard is ingesteld uit een lange, willekeurige reeks tekens, met aan het eind een datum en tijd.
Tik in de onderste bewaartaak op het pijltje en schakel ‘Vraag om bewaarlocatie’ uit. In de titelbalk van de taak verschijnt onmiddellijk een nieuwe plaatsaanduiding waar je een doelmap kunt kiezen. Laat je alles zoals het is, dan gebruikt de taak de map ‘Opdrachten’ (‘Shortcuts’) – dit is de standaardmap in iCloud Drive die is toegewezen aan de Opdrachten-app.
Tik erop om je eigen map te selecteren. Er zijn ook andere cloudopslagmedia beschikbaar, zoals Dropbox en OneDrive. Je kunt zelfs aangesloten apparaten als opslaglocatie voor je foto’s gebruiken, zoals usb-sticks of harde schijven. In de mappenselectie heb je via de drie puntjes toegang tot een menu waarmee je bijvoorbeeld een nieuwe map maakt en deze ‘Foto’s’ noemt. Tot slot bevestig je de opslaglocatie door op ‘Open’ te tikken.
De volgende keer dat je de opdracht uitvoert, zal iOS je vragen om te bevestigen dat deze opdracht toegang heeft tot de geselecteerde map. Tik op ‘Sta altijd toe’, zodat foto’s die je in de toekomst maakt zonder onderbreking in de geselecteerde map terechtkomen.
Fase 4: Gebruik een dynamische bestandsnaam
De opgeslagen foto’s hebben nog steeds een onnodig lange standaardnaam. Om dit op te lossen, zoek je in de takenbibliotheek naar de taak ‘Tekst’ en sleep je deze tussen de twee bestaande taken in. De bibliotheek verdwijnt nu automatisch, zodat je de hele opdracht ziet terwijl je iets toevoegt. Voer in het tekstveld een geschikte naam in voor de taak, zoals ‘Foto’.
Vouw de details van de taak ‘Bewaar bestand’ weer uit. Als je in het tekstveld van het subpad typt, verschijnt boven het toetsenbord een balk met variabelen. Dit zijn alle resultaten van taken uit de opdracht. Selecteer daar ‘tekst’ – deze wordt dan ingevoegd. Ga naar rechts in de balk boven het toetsenbord en voeg ‘Huidige datum’ toe.
Wanneer je ‘Huidige datum’ selecteert, verschijnt er een venster met meer details. Gebruik dit om je gewenste datumnotatie op te geven: schakel over naar ‘Datumnotatie>Aangepast’ en voer ‘yyMMddHHmm’ in om een compacte tijdstempel te krijgen, met als volgorde: twee cijfers voor het jaar, de maand, de dag, het uur en de minuut. De twee opeenvolgende variabelen in het veld ‘Subpad’ vormen nu de bestandsnaam. Een foto gemaakt op 27 maart 2024 om 16:01 heet dan ‘Foto-2403271601’.
Controleer nu opnieuw de eerste regel van de taak ‘Bewaar bestand’. Het kan gebeuren dat de Opdrachten-app het verplaatsen van de teksttaak boven de taak ‘Bewaar bestand’ als een verzoek heeft geïnterpreteerd om de inhoud als document op te slaan, in plaats van de foto. Als de eerste plaatsaanduiding ‘tekst’ bevat, tik dan op deze variabele en druk in het menu op ‘Verwijder’.
Houd nu je vinger op de lege plaatsaanduiding, totdat een menu verschijnt. Tik op ‘Selecteer variabele’. De hele opdracht verschijnt nu in de speciale weergave waarin de resultaten worden weergegeven als selecteerbare knoppen tussen de taken. Tik op de knop onder de camera-taak met de naam ‘Foto’ om de onjuist toegewezen variabele te corrigeren.
Test de opdracht en controleer in de Bestanden-app of de foto in de doelmap wordt opgeslagen en de juiste naam krijgt. Om het uitvoeren van de opdracht in de gaten te houden, voeg je in eerste instantie nog de taak ‘Toon melding’ toe aan het eind. In plaats van ‘Hallo wereld’ zet je de variabele ‘Bewaard bestand’ in het tekstveld.
Tik op de ingevoegde variabele en verander ‘Naam’ in ‘Bestandspad’ voor de correcte weergave. Voeg nog een paar woorden toe aan de naam, zodat de melding echt duidelijk wordt. Bijvoorbeeld: ‘Foto opgeslagen als [bestandspad]’.
Pas je foto aan in Opdrachten
Inmiddels heb je een werkende opdracht. Nu gaan we hem finetunen met je eigen tekst op de foto!
Met de taak ‘Vraag om invoer’ bepaal je wat er op de afbeelding moet worden geschreven. Sleep deze onder de bovenste camera-taak. Selecteer het formaat in de eerste plaatsaanduiding: hiermee geef je aan welk toetsenbord wordt weergegeven als de actie wordt uitgevoerd. De voorinstelling ‘Tekst’ is voor ons prima. Leg bij de plaatsaanduiding ‘Instructie’ in vragende vorm uit waar de invoer voor bedoeld is. Doe dat zo kort en duidelijk mogelijk, bijvoorbeeld met: ‘Wat voor tekst moet er staan?’.
Je kunt in de details van de actie alvast standaardtekst invoeren – dit bespaart tijd bij het typen. Ook kun je hier variabelen gebruiken. Dus als je de automatische datum in de hoek op je foto’s mist, kun je hier je nostalgie uitleven.
Het schrijven op de afbeelding wordt gedaan door de actie ‘Overlap tekst’. Selecteer in de titelbalk van de taak de variabele ‘Invoer opgegeven’, de variabele ‘Foto’ en de positie. Of tik op ‘Vraag elke keer’ om altijd de beste positie voor je label te kiezen, afhankelijk van het motief. Door de andere opties uit te klappen, kun je de grootte, het type en de kleur van het lettertype aanpassen.
Nu moet je de actie ‘Bewaar bestand’ wijzigen. Houd de ‘Foto’-variabele ingedrukt en selecteer in plaats daarvan ‘Afbeelding met tekst’. Anders wordt het origineel zonder label opgeslagen.
Je iPhone heeft toegang tot veel gegevens – dankzij de locatievoorzieningen weet hij bijvoorbeeld altijd waar je bent. Dit kun je gebruiken om de doelmap te bepalen. Voorbeeld: foto’s moeten naar de map ‘Werk’ als ze in de buurt van je kantoor zijn gemaakt, anders naar de map ‘Onderweg’. Om te lezen hoe je dit voor elkaar krijgt, ga je naar icreatemagazine.nl/doelmap.
Start en gebruik je opdracht
Er zijn talloze mogelijkheden om je opdracht uit te voeren: via Siri, Spotlight en in de app Opdrachten. We leggen uit hoe het werkt.
Siri, Spotlight of beginscherm
Je opdracht is klaar, nu wil je hem zo gemakkelijk mogelijk gebruiken. Dat kan via de Opdrachten-app, maar je kunt dus ook Siri vragen om de opdracht uit te voeren. Of raadpleeg Spotlight, de zoekfunctie van je iPhone. Daarnaast kun je de opdracht toevoegen aan je beginscherm, als een icoontje tussen je apps. Open hiervoor de instellingen van je opdracht om hem te bewerken, tik op de kleine ‘i’ onderin en kies ‘Zet op beginscherm’. Je moet een heel korte naam opgeven, zodat hij niet wordt ingekort. Kies ook een afbeelding en kleur voor het bijbehorende icoontje.
Widgets
Er zijn ook widgets om een opdracht te starten. Leg je vinger op een lege plek in het beginscherm, tot de apps wiebelen. Open de Widget-selectie via het plus-icoontje bovenin. Scrol naar ‘Opdrachten’ en selecteer de eerste widget. Deze tegel neemt evenveel ruimte in als vier app-pictogrammen. Tik op de geplaatste widget terwijl de apps nog wiebelen: nu kun je je foto-naar-cloud-opdracht toevoegen. Opdracht-icoontjes en widgets mag je overigens op elk moment verwijderen zonder dat dit invloed heeft op de opdracht zelf.
Geautomatiseerd
Als je elke ochtend een foto wilt maken, kan je iPhone je eraan herinneren en de opdracht automatisch uitvoeren. Om dit in te stellen, ga je in de Opdrachten-app naar het tabblad ‘Automatisering’, maak je een nieuwe automatisering aan via de plus-knop en selecteer je ‘Tijdstip’ als trigger. Stel de gewenste tijd in, laat hem staan op ‘Elke dag’ en ‘Voer uit na bevestiging’ om niet per ongeluk de inhoud van je broekzak te fotograferen. Selecteer tot slot je opdracht. Er verschijnt nu elke dag op hetzelfde tijdstip een bericht waarmee je de snelkoppeling start.
Icoontjes, widgets en automatiseringen zijn alleen van toepassing op het betreffende apparaat en worden niet gesynchroniseerd via iCloud. Deze eenvoudige procedures moet je dus op andere apparaten herhalen om ze in te stellen.
Synchroniseer en deel je opdracht
Om ervoor te zorgen dat je opdrachten op alle Macs, iPhones en iPads met hetzelfde Apple ID verschijnen, moet je in Instellingen nog de optie ‘Opdrachten>iCloud-synchronisatie’ activeren. Op de Mac vind je deze optie in de instellingen van de Opdrachten-app (Cmd+komma). Alle opdrachten (en wijzigingen) worden vervolgens gesynchroniseerd met je apparaten.
Is je zelfgemaakte opdracht dusdanig goed dat andere mensen er ook iets aan hebben? Deel hem dan! Vaak is het nuttig voor een nieuwe gebruiker dat diegene de instellingen van de opdracht kan aanpassen terwijl deze wordt geïmporteerd. Hiervoor open je de details van de opdracht (via de knop met het i’tje) en kies je het tabblad ‘Configuratie’.