4 handige tips om sneller te typen met het iPhone-toetsenbord

Ontdek stap voor stap hoe het werkt

1. 
   1

   Vegen in plaats van typen
   

   Je weet het misschien niet, maar de iPhone heeft een ingebouwd swipe-toetsenbord. Officieel heet dit het QuickPath-toetsenbord. Hierbij tik je niet op de toetsen, maar veeg je van letter naar letter om de woorden te vormen, waarbij je je vinger op het scherm houdt. Heb je twee keer dezelfde letter achter elkaar? Dan hoef je daar maar één keer naartoe te vegen, want je iPhone maakt in de meeste gevallen al uit de context op wat de spelling hoort te zijn. Ga hiervoor eerst naar ‘Instellingen >Algemeen>Toetsenbord’ en zet de schakelaar achter ‘Veeg om te typen’ op groen.

2. 
   2

   Toetsen voor bijzondere letters en leestekens
   

   Heb je een é nodig in plaats van een gewone e? Houd dan de letter ‘e’ ingedrukt en je krijgt direct een rijtje accenten om uit te kiezen. Houd vast en veeg naar de versie die je nodig hebt. Dit werkt ook voor andere letters – handig als je regelmatig Franse of Duitse woorden typt. Dat is nog niet alles: de punt (.) verbergt bijvoorbeeld ook het beletselteken (…), en onder de vraagteken-toets (?) zit zelfs een omgekeerde variant (¿). Wat spoor jij nog meer op?

3. 
   3

   Sneller cijfers typen
   

   Als je cijfers nodig hebt, wissel je doorgaans via een tik op de 123-toets linksonder naar het numerieke toetsenbord. Wil je daarna terug naar het reguliere qwerty-toetsenbord, dan moet je die toets weer opnieuw aanraken. Dat kan sneller: raak de 123-toets aan, maar blijf je vinger op het toetsenbord houden. Veeg deze naar het cijfer dat je nodig hebt. Laat het scherm dan los om dat cijfer te typen. Je belandt daarna weer automatisch op het gewone toetsenbord. We hebben nog een alternatief, dat vooral van pas komt als je langere getallen moet tikken. Houd je linkerduim op de 123-toets linksonder op je toetsenbord. Blijf die duim op de toets houden. Typ met je rechterduim het cijfer of de cijfers die je wilt typen, daarna laat je weer los.