Accenten en speciale tekens typen op de Mac: de toetscombinaties

Bij het typen van teksten op de Mac, komt het wel eens voor dat een letter een accent nodig heeft. Bijvoorbeeld bij Franse leenwoorden à la café, of wanneer je een woord érg wilt benadrukken. In dit overzicht lees je welke toetscombinaties nodig zijn voor letters met accenten en andere speciale tekens.

Accentteken typen op Mac

Voordat we beginnen met de toetscombinaties, eerst even dit. De handigste en snelste manier om een accent toe te voegen, is door de letter die je een accent wilt geven ingedrukt te houden. Wil je bijvoorbeeld een streepje op de E hebben (accent aigu of accent grave), dan houd je de E langer ingedrukt. Er verschijnt dan een pop-up met de opties voor een accent.

Vervolgens toets je – terwijl je de E ingedrukt houdt – het bijbehorende nummer in. Je kunt ook op het accentteken klikken.

Werkt het niet?

Is het zo dat het langer indrukken voor accenttekens niet werkt? Controleer dan of je het juiste toetsenbord hebt ingesteld:

• Open Systeemvoorkeuren.
• Kies ‘Toetsenbord’ en klik op de tab ‘Invoerbronnen’.
• Controleer of je toetsenbord ingesteld staat op ‘Nederlands’.

Mac toetscombinaties voor accenten

Het langer indrukken van een toets werkt in de meeste programma’s van macOS, maar niet alle. Doe je hetzelfde trucje bijvoorbeeld in Photoshop, dan resulteert het langer indrukken in een ‘eeeeeeeeee’. De snelste manier om dan een accentteken op je Mac te typen, is door een toetscombinatie te gebruiken. Hierbij gebruik gebruik je de Option-toets: ⌥. Bij oudere Macs heet die nog Alt. Dit zijn de toetscombinaties voor accenten op de Mac:

• é, á, í, ó of ú (accent aigu): houd de Option-toets ingedrukt en druk op E. Toets vervolgens de klinker in die je het streepje naar rechts wilt geven.
• è, à, ì, ò of ù (accent grave): houd de Option-toets ingedrukt en druk op `. Dit teken vind je links van de Z. Toets vervolgens de klinker in die je het streepje naar links wilt geven.
• ê, â, î, ô, of û (accent circonflexe): houd de Option-toets ingedrukt en druk op I. Toets vervolgens een klinker in om ‘m een dakje te geven.
• ë, ä, ï, ö of ü (trema): houd de Option-toets ingedrukt en druk op U. Toets vervolgens op de E om de puntjes op de ‘e’ te krijgen, of toets een andere klinker in die je het trema wilt geven.
• ç (cédille): houd de Option-toets ingedrukt en druk op C om de letter die bijvoorbeeld voorkomt in Curaçao te typen. Voor andere letters is er geen toetscombinatie om het haakje onder de letter te krijgen. Open in dat geval het venster met speciale symbolen: Ctrl+Cmd+Spatie.
• ñ of ã (tilde): houd de Option-toets ingedrukt en druk op N. Toets vervolgens een letter in die je het golfje op de letter wilt geven.
• Æ (ligatuur voor ‘ae’): houd de Option-toets ingedrukt en druk op ‘. Dit citaatteken vind je rechts van de dubbele punt (:).
• å (corona): houd de Option-toets ingedrukt en druk op A om het kleine rondje op de ‘a’ te krijgen.
• ø: houd de Option-toets ingedrukt en druk op O om de schuine streep door de ‘o’ te krijgen.
• œ (ligatuur voor ‘oe’): houd de Option-toets ingedrukt en druk op Q.

Mac toetscombinaties voor speciale tekens

Ook speciale tekens hebben een toetscombinatie:

• € (euroteken): Option+2.
• ß (Ringel-s): Option+S.
• © (copyright teken): Option+G.
• π (pi-teken): Option+P.
•  (Apple-logo): Option+Shift+K.
• ° (graden teken): Cmd+Shift+8.
• … (beletselteken): Cmd+: (dubbele punt).

Tekenweergave

Als je begeerde teken met accent geen toetscombinatie heeft, is er nog altijd de tekenweergave. Die roep je op met Ctrl+Cmd+Spatie. Hier vind je talloze categorieën, zoals Interpunctie, Latijns (hier vind je alle letters met accenten) en Valutasymbolen. Er zijn weinig tekens die hier niet te vinden zijn!