iPad Pro 2021 review: deze iPad is te goed voor iPadOS

De nieuwe iPad Pro 2021 is met zijn hardware in staat tot geweldige dingen. Hij heeft alleen één probleem: zijn software. Wat we van de iPad Pro 2021 met M1-chip vinden en of je hem moet kopen, lees je in deze iPad Pro 2021 review.

iPad Pro 2021 review

Je koopt geen iPad Pro om een kind te vermaken tijdens een lange autorit, of om af en toe te surfen over het internet. Een iPad Pro is bedoeld voor de veeleisende gebruiker. Al jaren is de hardware ongelooflijk goed. De processor is een beest van een chip, de camera (bijna) net zo goed als die van de iPhone en het scherm laat zich vergelijken met dat van een (nog duurdere) professionele tekentablet. Je vraagt je af of het nog beter kan.

Het antwoord van Apple kwam in het voorjaar, bij de presentatie van de vijfde generatie iPad Pro. Apple’s nieuwe professionele tablet legt de lat nog hoger , met een M1-processor, een nieuw type scherm, 5G-ondersteuning en meer. Is dit dan hét moment om een iPad Pro 2021 aan te schaffen – en kan de MacBook eindelijk met pensioen? Om deze vragen te beantwoorden, hebben we de nieuwste 12,9-inch iPad Pro getest.

iPad Pro 2021 met mini-led

Wanneer we de 12,9-inch iPad Pro (verkrijgbaar vanaf € 1219) uit zijn verpakking halen, is het zoeken naar de verschillen met de iPad Pro van vorig jaar. Zijn schermdiagonaal is even groot en zijn ontwerp net zo hoekig. Wel laten de specificaties zien dat de tablet iets dikker (6,4 mm in plaats van 5,9) en zwaarder (682 gram in plaats van 641) geworden, maar het is geen merkbaar verschil. Hij past ook nog steeds in het vorige hoesje en als je de iPad Pro wilt omtoveren tot een MacBook, kun je gewoon het Magic Keyboard van vorig jaar gebruiken – al past het net niet helemaal perfect. De nieuwe generatie van het Magic Keyboard past dan wel weer ook op alle vorige modellen perfect.

kooptip

De iPhone 15: nu scherp geprijsd + tot €468 retour

• Extra voordeel als je KPN thuis hebt

Bekijk actie

Interessanter wordt het als we de iPad Pro aanzetten en we kennismaken met het nieuwe mini-led-scherm, dat Apple het Liquid Retina XDR-display noemt. Dit schermtype is er alleen voor het grotere 12,9-inch model. Ga je voor de kleinere iPad Pro, dan krijg je hetzelfde lcd-scherm als bij de iPad Pro van vorig jaar. Als je het verschil kent tussen lcd en oled, dan weet je wat je van mini-led mag verwachten. Het paneel is namelijk ontworpen om de lcd-techniek zo dicht mogelijk bij oled te brengen. De kleuren zijn rijker, de contrasten groter en de zwarttinten dieper. Anders dan bij oled gebeurt dit echter niet met zelfverlichte pixels. Ze worden van achteren verlicht – zoals bij gewone lcd-schermen – via 10.000 kleine led-lampjes die zijn verdeeld over 2500 lokale dimzones.

Onze eerste indruk is dat het mini-led-scherm fantastisch oogt, met een scherp display en een schitterende kleurweergave. Maar eerlijk is eerlijk: dat was bij de vorige generaties iPad Pro ook zo. Leggen we de vorige iPad Pro en zijn opvolger naast elkaar, dan komen de verschillen vooral tot uiting bij een zwarte achtergrond. Zwart is bij de nieuwste iPad Pro nu echt zwart. Het traditionele lcd-scherm gebruikt minder dimzones, waardoor de zwarte delen ook een beetje oplichten. Wat zwart moet zijn, is daar meer donkergrijs. Bij de alledaagse taken vallen de verschillen niet enorm op, maar waar mini-led wel geweldig tot zijn recht komt, zijn HDR-video’s en foto’s. Voorheen was de piekhelderheid 600 nits, nu kan dit oplopen tot 1600 nits voor HDR-content. De series van Apple TV+ schitteren op een manier die je normaal alleen bij dure oled-televisies ziet. En natuurlijk koop je geen iPad Pro om films te bekijken, maar creatieve professionals zullen het geweldig vinden om de extra details in afbeeldingen of video’s te zien.

Verder is deze iPad Pro is niet alleen Apple’s eerste tablet met mini-led: hij is ook de eerste iPad die 5G ondersteunt. Net als bij de iPhone 12-modellen gaat het om sub-6 GHz. Handig voor wie ook onderweg een snelle en stabiele internetverbinding nodig heeft.

M1-chip

De iPad Pro wordt aangedreven door een processor van desktopklasse. Met de M1-chip stopt Apple er voor het eerst een Mac-processor in. Hij heeft eveneens een 8-core CPU, 8-core GPU en is te configureren met 8 GB of 16 GB RAM-geheugen. Volgens Apple levert het een prestatieverbetering van 50 procent op. Daarmee heeft Apple niet overdreven. In de multi-core test van Geekbench 5 (een populaire test om de prestaties van een processor te meten) scoort de nieuwe iPad Pro 7281 punten – ruim anderhalf keer meer dan de 4612 bij de versie van vorig jaar.

Het zijn cijfers om van te watertanden en inderdaad: de iPad Pro is snel. Of we nou twintig tabbladen open hebben staan in Safari, multitasken met iMovie en Pixelmator Pro, of tekenen in Procreate: het laden, bewerken en exporteren gaat soepel. En toch merken we bij vrijwel alle taken geen snelheidsverschil met de vorige iPad Pro 2020, waar Apple de A12Z Bionic chip in had gezet. Die liep al niet tegen zijn grenzen aan, laat staan de iPad Pro met de M1. De professionele tablet wordt niet genoeg uitgedaagd. Hij heeft de hardware om macOS te draaien, maar kan zijn kunsten alleen vertonen in een lagere gewichtsklasse: iPadOS. En intensieve programma’s zoals Final Cut Pro, Logic Pro en Xcode? De iPad zou ze moeiteloos aankunnen, maar de apps zijn daar niet eens beschikbaar.

Gelukkig doet de M1 meer dan ruwe rekenkracht leveren. Er zit bijvoorbeeld een 16-core Neural Engine in, waardoor de camera’s nog meer kunnen. Ze ondersteunen Smart HDR 3 en schieten duidelijk betere foto’s bij weinig licht. Waar de M1 ook voor zorgt, is dat de usb-c-poort van de iPad voor het eerst Thunderbolt ondersteunt. Zo sluit je krachtigere accessoires op de iPad Pro aan, waaronder snelle externe harde schijven en monitoren met een hogere resolutie. Je kunt het beeld zelfs in een 6K-resolutie vertonen op het Pro Display XDR van Apple. Klinkt cool, maar we vragen ons af hoeveel mensen dit zullen doen. De iPad Pro kan nog steeds niets anders dan het beeld op een monitor spiegelen (op een paar speciale apps na), in plaats van dat het display functioneert als een tweede scherm. Ook hier wordt de superieure hardware dus afgeremd door iPadOS.

Center Stage

Net als bij zijn voorganger heeft de iPad Pro aan de achterkant een camerasysteem met een groothoek- en ultragroothoeklens. De cameralenzen zijn uitstekend, maar interessanter vinden we de selfiecamera. Niet omdat we zo graag foto’s van onszelf nemen, wél vanwege een nieuwe functie voor het videobellen. Apple noemt deze functie ‘Midden’. De Engelse term is iets sexyer: Center Stage. Hierbij benut de iPad Pro de machine learning-mogelijkheden van de M1-processor om je gezicht te herkennen en tijdens het videobellen midden in het beeld te houden. Het werkt in FaceTime, maar ook in apps van derden zoals Zoom, Skype en Teams. Dwaal je wat door de kamer tijdens een videovergadering, dan beweegt het beeld met je mee.

Opvallend is hoe lang de camera je blijft vangen. Zelfs als je een meter of drie naar links of rechts stapt, blijf je te zien. Dit heeft de maken met de verbeterde lens aan de voorkant. Het is een ultragroothoeklens, met een beeldhoek van 122 graden. Heb je meerdere mensen voor je iPad Pro zitten, dan zoomt de functie automatisch uit om te zorgen dat iedereen in het frame zit. Zo wordt videobellen met je gezin nog leuker. Verder heeft Apple het aantal megapixels opgevoerd (12 in plaats van 7), dus je bent ook scherper te zien. Bij een volgende versie zien we wel graag dat Apple de selfiecamera van de zijkant naar de bovenkant verplaatst. Bijna altijd hebben we de iPad in de horizontale modus – zeker nu we hem steeds meer als laptop gebruiken. Door de positie van de camera lijkt het nu alsof we langs het scherm heen kijken, in plaats van naar het videogesprek.

Moet je de iPad Pro 2021 kopen?

We zouden willen dat we de 12,9-inch iPad Pro ook konden gebruiken als onze hoofd-laptop. De hardware doet niet onder voor een MacBook en hij heeft wat leuke extraatjes: een touchscreen, Face ID, 5G, Apple Pencil-ondersteuning en een mooier scherm. De software zorgt echter dat we de sprong niet zullen maken. Het multitasken werkt bijvoorbeeld niet geweldig, al wordt dit in september met iPadOS 15 beter. Sommige apps ontbreken (Final Cut Pro en Logic Pro), terwijl andere apps uitgeklede versies zijn (neem Photoshop).

Natuurlijk zijn er ook genoeg gebruikers voor wie de iPad Pro wel volstaat als laptop. Maar ook dan moet je je afvragen of het wel slim is om deze tablet te kopen. De goedkoopste 12,9-inch iPad Pro (128 GB, geen 5G) kost € 1219. Dat is al duurder dan de MacBook Air, die voor de meeste mensen een geschikter werkpaard is. En dan heb je het Magic Keyboard (€ 339) er nog niet eens bij. Wil je toch een iPad als laptop gebruiken, dan is de iPad Air waarschijnlijk interessanter. Die kan bijna alles wat de iPad Pro ook kan, en daar betaal je vijfhonderd euro minder voor. De goedkoopste 11-inch iPad Pro kost overigens € 899.

Maar hoewel we deze iPad voor de meeste mensen vanwege de prijs niet zullen aanraden, kunnen we er niet omheen: dit is de beste tablet die we tot nu toe in handen hebben gehad. Koop hem echter alleen als je het mini-led-scherm echt nodig hebt.