Review: LG Curved OLED
Televisieland heeft weer wat nieuws verzonnen: geen flatscreen maar een gebogen scherm. Samsung en LG zijn voorlopers op dit gebied; wij hebben de 55-inch Curved OLED van LG mogen testen. Biedt een gebogen scherm meerwaarde ten opzichte van een flatscreen of is het een verkooppraatje van tv-fabrikanten?
De revolutie van de televisie is er een van kleine stapjes. Sinds de jaren 50 zijn er eigenlijk maar een paar revoluties geweest: het kleurenscherm, de afstandsbediening en het flatscreen. En verder werden de apparaten en het beeld in die 60 jaar tijd steeds beter, zonder echt noemenswaardige mijlpalen. Als volgende revolutie wordt al jaren de 3D-televisie aangeprezen, maar zo lang je daar een brilletje voor nodig hebt, komt dat nauwelijks van de grond. En nu dus gebogen schermen.
OLED-beeldkwaliteit
De categorie ‘flatscreen’ (plat scherm) bestaat eigenlijk niet meer, want alle tv’s die tegenwoordig in de elektronicawinkel hangen zijn plat. De verschillende types waar je nu uit kunt kiezen zijn LCD, LED en plasma. Elk heeft zijn eigen voor- en nadelen: plasma heeft bijvoorbeeld de meeste kleuren en contrast, de beste kijkhoek en geen responsetime (wat zorgt voor scherpe beelden bij snelle bewegingen, zoals voetbal), maar verbruikt ook meer stroom, is minder helder en heeft meer last van invallend zonlicht dan LCD- en LED-schermen.
OLED is het nieuwste alternatief en combineert eigenlijk de voordelen van LCD, LED en plasma. OLED-tv’s hebben geen achtergrondverlichting; elke pixel zendt zijn eigen licht uit. Dat betekent dat een kraakheldere pixel gewoon naast een pikkedonkere kan staan. Dit levert haarscherpe beelden, groot contrast en diepdonker zwart op. De beeldkwaliteit van de Curved OLED is dan ook ongekend, het is een genot om naar deze tv te kijken.
Ontwerp: licht, dun en gebogen
Behalve deze sublieme beeldkwaliteit heeft OLED nog een groot voordeel: het is extreem licht en dun. Traditionele schermen zijn zo’n 15 millimeter dik, een OLED-scherm is 4,5 millimeter dun. Dat is echt flinterdun dus. Uiteraard is een deel van de behuizing van de tv dikker, je moet immers ergens je smartcard, hdmi-stekkers en stroomkabel in kunnen steken, maar dit deel beslaat slechts de helft van het scherm. Aan de randen blijft er niets over dan de 4,5 millimeter. Dat is zo dun dat fabrikanten het scherm kunnen buigen: de zijkanten van het scherm steken 3,6 centimeter naar voren ten opzichte van het middenpunt.
De Curved OLED staat op een chique glazen voet, die dezelfde curve als het scherm maakt, maar dan extremer: hij komt aan de zijkanten verder naar voren en buigt in het midden verder naar achteren. Het maakt de tv in totaal 19,2 centimeter diep. In die curve aan de onderkant zitten de speakers, mooi verborgen, maar toch lekker groot voor goed geluid en veel volume. De doorzichtige voet zorgt ervoor dat alle aandacht naar het scherm gaat, waar het beeld bijna het hele display beslaat: de zwarte rand rondom het beeld bedraagt nog maar een centimeter.
Gebogen scherm
Maar hét grote verkoopargument voor de LG-tv is natuurlijk het gebogen scherm. Door de 3,6 centimeter buiging, buigt het scherm mee met je oogbolling. Volgens het verkoopverhaal zorgt dit ervoor dat je meer in de film of het programma dat je kijkt opgaat, omdat je perifere blikveld de zijkanten van het scherm beter opvangt.
Hoe test je zoiets? De winst die het scherm moet boeken is vooral onbewust: een betere (film-)beleving. Maar dat is niet te meten. In een goede film word je ook met een plat scherm gezogen en een slechte film wordt er met een gebogen scherm niet beter op. De beeldkwaliteit van de Cuved OLED is absoluut fabelachtig, maar dat is met name te danken aan de OLED- techniek.
Maar die bolling … eigenlijk merk je er niet zo veel van. Als die curve dan hét verkoopargument moet zijn, mist het de wow-factor. Onwetenden die onze test-tv zagen staan, viel het niet eens op dat het scherm gebogen was. Pas nadat ze erop gewezen werden, zagen ze het. Bij een 3D-televisie zie je direct het effect, al moet je dan eerst een brilletje opzetten. Maar het gebogen scherm is voorlopig niet meer dan geinig.
Het lijkt ons onwaarschijnlijk dat veel mensen extra geld neertellen voor iets dat ze niet heel bewust zullen merken. Sterker nog, dit verkoopargument zal waarschijnlijk meer mensen afschrikken dan winnen. Ten eerste wordt de kijkhoek van de televisie kleiner. De verbuiging van het scherm is niet zo radicaal dat je er recht voor moet gaan zetten, maar vanaf de uiterste zijkant is een deel niet te zien dat je op een platte tv wel ziet. Ten tweede heeft dit gebogen scherm nog een groot nadeel: je kunt het scherm onmogelijk aan de muur hangen.
Conclusie
OLED-tv’s zijn de toekomst. Ze combineren de beste eigenschappen van de huidige televisies en bieden écht een veel mooier beeld. De techniek is nog heel jong en daarom is de prijs van zo’n OLED-tv nu nog zo hoog. Early-adopters die geld overhebben kunnen nu al pochen met zo’n tv, maar Jan Modaal moet nog een paar jaartjes wachten tot de techniek betaalbaar is en gemeengoed wordt. Zodra de prijzen kunnen concurreren met LED’s, LCD’s en plasma’s, kunnen wij geen reden bedenken om geen OLED te kopen.
Het gebogen scherm is echter niet meer dan een leuke gimmick, die vooral demonstreert hoe fabuleus dun deze tv is. Het is leuk om in de winkel de aandacht te trekken, maar er zullen niet zo veel mensen extra geld neertellen voor een theoretisch verkoopargument waar je misschien alleen onbewust iets van merkt. En mocht een gebogen OLED-scherm net zo duur zijn als een plat OLED- scherm, dan willen we in ieder geval de optie om hem aan de muur te hangen.
Prijs: € 3999
Praat mee
0