Mac mini 2024 review: de beste desktop-pc voor € 719

De Mac mini heeft voor het eerst in 14 jaar een facelift gekregen, maar ook aan de binnenkant is er veel veranderd. Pakken die vernieuwingen goed uit? Je leest het in onze Mac mini 2024 review.

Je ziet hem misschien niet zo vaak, maar de Mac mini is een van de belangrijkste Macs in Apple’s assortiment. Door zijn lage instapprijs is hij perfect voor bedrijven en onderwijsinstanties, maar mini’s worden ook veel gebruikt als servers door hun lage energieverbruik en compacte formaat, of gewoon als fijne thuiscomputer waar je je eigen scherm, toetsenbord en muis aan hangt. Een veelzijdig kastje dus – en de nieuwe Mac mini 2024 tilt die veelzijdigheid naar een nóg hoger niveau.

De opvallendste vernieuwing van de Mac mini zit aan de buitenkant. Het oude vertrouwde design, dat inmiddels al 14 jaar meeging, is niet meer. De behuizing is nu van voor tot achter van aluminium en nog maar 12,7 centimeter breed en diep: het is bijna moeilijk om te geloven dat er een hele Mac in past. Aan de voorkant zitten voor het eerst sinds 2018 weer poorten: tweemaal usb-c en een koptelefoonpoort. Aan de achterzijde vind je driemaal usb-c met Thunderbolt-ondersteuning, HDMI, een ethernetpoort en een standaard C7-stroomaansluiting. Laatstgenoemde betekent dat de 155-watt voeding ondanks de kleinere behuizing nog steeds gewoon ingebouwd zit. Normale usb-poorten ontbreken volledig, dus voor veel (oudere) apparatuur moet je helaas met adaptertjes gaan werken.

Opvallend is overigens dat de aan/uit-knop nergens te bekennen is, tot je de Mac mini optilt: hij zit nu aan de onderkant, linksachter. Prima voor wie zijn Mac toch meestal in de slaapstand zet en hem wekt via het toetsenbord of de muis, maar bijzonder suf voor mensen die hun Mac dagelijks in- en uitschakelen. Het doet ons denken aan de Magic Mouse die je op z’n rug moet leggen om hem op te laden – daar zit vast een en dezelfde designer achter.

Aan de binnenkant van de ieniemienie-mini zit een nieuwe chip: de M4. Dat is een flinke sprong vooruit ten opzichte van de M2 in de vorige Mac mini, met tot 50% betere cpu-prestaties en een veel krachtigere videochip. Ook heeft de M4 sneller geheugen tot zijn beschikking, en bovendien méér geheugen: de chip wordt geleverd met minimaal 16 GB. Zelfs de simpelste uitvoering van de Mac mini is daardoor helemaal geschikt voor zwaardere apps, intensieve multitasking en AI-toepassingen, wat echt een primeur is. Ook in het dagelijks gebruik met ‘normale’ toepassingen merk je het verschil: de M4 vliegt echt door je apps. Ook moderne games zoals de nieuwe versie van Resident Evil 4 zijn voor de chip geen uitdaging, mits je de instellingen niet te ver opschroeft.

Je kunt de Mac mini ook uitrusten met de M4 Pro. Die heeft ten opzichte van de M4 meer cpu-cores, twee keer zoveel grafische cores en twee keer sneller geheugen. Dit maakt de chip dusdanig snel, dat hij qua prestaties volgens benchmarks kan tippen aan de M2 Ultra in de Mac Studio van 4849 euro. Het maakt dus niet uit of je werkt met 8K HDR-films, grote 3D-bestanden, complexe code of andere zware taken: de M4 Pro kan het aan. Ook niet onbelangrijk: de Thunderbolt 4-poorten (40 Gbit/s) aan de achterzijde van
de Mac mini maken met de M4 Pro-chip plaats voor hypermoderne Thunderbolt 5-aansluitingen (120 Gbit/s). Hierdoor kun je bijvoorbeeld snellere ssd’s aansluiten, of drie Thunderbolt 4-accessoires op één poort.

Het klinkt als vragen om problemen: een kleinere behuizing in combinatie met de snelste Apple-chips ooit. Toch pakt dat in de praktijk prima uit. Apple heeft duidelijk naar het interne design van de Mac Studio gekeken, waarbij twee ventilatoren lucht aanzuigen van onderen die na het koelen van alle onderdelen weer wordt uitgeblazen aan de achterzijde. Het is nu alleen uitgevoerd op mini-schaal, met één ventilator en een in- en uitlaat die allebei in de voet van de Mac mini verwerkt zitten.

De koelelementen voor de processor verschillen per uitvoering: bij de M4 zijn ze van aluminium, bij de M4 Pro van koper (wat beter geleidt). Zorgt het al met al voor een muisstille ervaring? In dagelijks gebruik, als je niet veel van de chip vraagt, zeker. Als je de cpu goed aan het werk zet, hoor je de ventilator echter wel. Toch is het niet heel storend: het is een vrij subtiel blaasgeluid zonder een hoogfrequente toon, en lijkt dus zeker niet op de vliegtuigmotoren die we soms horen in kleine pc’s en Windows-laptops.

Ondanks alle externe en interne veranderingen is de nieuwe Mac mini nog net zo betaalbaar als zijn voorganger. De instapprijs is namelijk gelijk gebleven: 719 euro. Daarvoor krijg je nu de M4-chip, 16 GB geheugen (het dubbele van het vorige instapmodel) en 256 GB opslag. Daarmee krijg je écht waar voor je geld: het is misschien wel de beste desktop-pc die je voor dat bedrag kunt krijgen.

Helaas wordt de Mac mini wel een stuk minder aantrekkelijk zodra je er wat extra geheugen of opslag bij wilt. Ieder stapje kost daarbij nog steeds 230 euro, ondanks dat de werkelijke prijs van geheugen en opslag de laatste jaren waanzinnig gezakt is. De snelste 2 TB-ssd van dit moment (Samsung 990 Pro) kost bijvoorbeeld zo’n 150 euro, terwijl Apple voor de sprong naar 2 TB maar liefst 920 euro vraagt. Ons korte koopadvies is dus als volgt: ga voor het basismodel, en prik er gewoon een grote ssd bij via usb-c als je meer opslag nodig hebt. Gebruikers die meer dan 16 GB werkgeheugen willen, kunnen helaas niet anders dan een bittere pil van 230 euro (24 GB) of zelfs 460 euro (32 GB) slikken – maar dan heb je wel een Mac waar je nog vele jaren plezier van hebt.