Anker Solix C300 DC review: deze batterij wil je in huis hebben

Is de Solix C300 DC de ideale powerstation voor in noodgevallen thuis én voor op reis? Je leest het in onze Anker Solix C300 DC review.

Bijna iedereen heeft tegenwoordig wel een powerbank in z’n tas zitten. Ze zijn ook gewoon ontzettend handig: is je iPhone door twintig potjes Balatro na een halve dag al leeg? Prik hem even in je powerbank en je komt er de dag wel weer mee door. Maar meestal houdt het bij het opladen van je telefoon ook wel op, want powerbanks hebben doorgaans niet de capaciteit om bijvoorbeeld je iPad of MacBook volledig op te laden. Dat kan dan weer wél met een power station, een kastje ter grootte van een schoenendoos (of groter) vol accu’s en allerlei aansluitingen waarmee je zelfs de grootste 16-inch MacBook Pro meerdere keren kan opladen. Maar ja, om daar nou mee te gaan sjouwen…

Om het gat tussen een powerbank en een power station te vullen, heeft Anker nu de Solix C300 DC uitgebracht. Deze power station heeft een accupakket van maar liefst 288 wattuur – de meeste powerbanks blijven steken op zo’n 60 wattuur – in een behuizing die niet groter is dan een HomePod. Is dit het beste van twee werelden?

Ten eerste: wat haal je met de C300 DC precies in huis? De ster van de show is uiteraard het accupakket. Dit bestaat uit een flinke reeks LiFePO4-batterijen, die je bij een normale powerbank eigenlijk nooit tegenkomt. Het voordeel van dit soort batterijen is dat ze véél langer meegaan: Anker garandeert dat ze in ieder geval 3000 cycli overleven. Bovendien leveren ze héél veel power tegelijk.

Dat laatste vertaalt zich in de aansluitmogelijkheden. Het kastje heeft vier usb-c-poorten, waarvan er twee tot 140 watt vermogen leveren, eentje tot 100w, en de laatste tot 15w. Daarnaast zijn er twee normale usb-poorten (tot 12w per stuk) en een aanstekerplug (tot 100w). In totaal kun je maar liefst 300 watt tegelijk uit de power station trekken, wat meer dan genoeg is om je MacBook Pro, iPad, iPhone, Apple Watch én AirPods tegelijk op te laden. Handig!

Vrij uniek voor een power station is dat de C300 DC géén reguliere stopcontacten heeft. Dit beperkt wat voor apparaten je erop aan kunt sluiten, maar het grote voordeel is dat er geen grote en zware omvormer nodig is om wisselstroom te maken. Hierdoor is het kastje maar 12x12x20cm en 2,8 kg zwaar, wat je met het handige hendeltje gemakkelijk meetilt. Om een beeld te geven: er is ook een C300 mét twee ingebouwde stopcontacten, die met zijn 16x16x24cm en gewicht van 4,1 kg toch een stuk minder compact is.

Ook het opladen van de C300 DC gaat niet met een regulier stroomsnoer zoals bij power stations gebruikelijk is. In plaats daarvan laad je hem op via usb-c. Als je hiervoor een 140w-lader gebruikt, is hij na zo’n 2,5 uur al vol – je volgt het laadproces via het ingebouwde display. Ook is er een aansluiting aanwezig voor een zonnepaneel (tot 100w), wat bij het kamperen echt een uitkomst kan zijn, maar ook als er problemen zijn met het stroomnet.

Dan nog de extraatjes. De belangrijkste hiervan is de led-lamp aan de bovenzijde. Deze zit verborgen achter een lantaarnachtige lampenkap die je uit de behuizing trekt, en is in drie helderheidniveau’s in te stellen. Handig voor in de tent of als thuis de stroom uitvalt! Een andere handige feature is bluetooth- en wifi-connectiviteit. Hierdoor communiceert de C300 DC met een app op je iPhone, waarmee je alle functies op een afstand bedient en het laadniveau in de gaten houdt.

Overigens, voordat je het beeld krijgt dat dit ding perfect is: we hebben wel één kritiekpuntje. De aansluitingen zijn allemaal onbeschermd tegen stof en water, wat bij het kamperen wellicht wat riskant is. Een deurtje of wat rubberen plugjes zou dit probleem al verhelpen – iets voor versie 2.0?