18 slimme tips voor als je een iPhone én Mac hebt


Direct aan de slag?
Stoom je apparaten klaar
Schakel Handoff in
Een van de handigste features die je iPhone en Mac beter doen samenwerken, is Handoff. Dit is een overkoepelende term voor alle functies waarbij je werk over kunt nemen van het ene naar het andere apparaat. We bespreken deze functies verderop, maar dan moet je Handoff natuurlijk wel eerst even inschakelen. Dit doe je op je Mac door in ‘Systeeminstellingen>Algemeen>AirDrop en Handoff’ de optie ‘Sta Handoff … toe’ in te schakelen, en op je iPhone door de schakelaar achter ‘Handoff’ op groen te zetten in ‘Instellingen>Algemeen>AirPlay en Continuïteit’.

Activeer Continuïteit
Op je iPhone heb je nog twee andere zogenaamde continuïteitsfuncties tot je beschikking naast Handoff: ‘Zet over naar HomePod’ en ‘Continuiteitscamera’. Met Zet over naar HomePod kun je media die je afspeelt op je iPhone gemakkelijk doorsturen naar een HomePod of HomePod mini door hem er gewoon even naast te houden. Continuïteitscamera is een functie waarbij je je iPhone kunt inzetten als een webcam voor je Mac. Beide functies zet je aan in ‘Instellingen>Algemeen>AirPlay en Continuïteit’ – hoe je ze gebruikt, lees je verder naar onderen.

Stel iCloud goed in
Misschien wel de meest magische samenwerkingsfunctie van de iPhone en Mac blijft nog steeds iCloud. Hiermee blijven je bestanden en apps altijd synchroon, heb je al je wachtwoorden bij de hand op elk apparaat, beheer je je gehele fotobibliotheek vanuit de cloud en nog veel meer. Je hebt zelf de controle over welke data je wel of niet via iCloud deelt. Ons advies: zet zoveel mogelijk aan, dat maakt je leven een stuk gemakkelijker! Je beheert welke programma’s gebruik mogen maken van iCloud, en welke extra features zijn ingeschakeld, via ‘Instellingen>iCloud>Opgeslagen in iCloud’ op de iPhone, en ‘Systeeminstellingen>iCloud>Opgeslagen in iCloud’ op de Mac.

1. Handoff
Zit je in de Mail-app een mailtje te typen op je iPhone, en wil je dit voortzetten op je Mac? Of heb je net je boodschappenlijstje samengesteld in Notities op de Mac, en heb je hem nodig op je iPhone? Dankzij Handoff kun je je werk gemakkelijk overnemen van het ene naar het andere apparaat, zolang dezelfde app maar op beide apparaten staat. Op je Mac vind je apps die je van andere appa- raten kunt overnemen helemaal rechts in je Dock, met daarbij een icoontje van het betreffende apparaat. Op de iPhone vind je over te nemen apps door de appkiezer te openen: dat doe je door je vinger van onder naar boven te vegen en even vast te houden, of door tweemaal op de thuisknop te klikken bij oudere iPhone-modellen.
2. Kopiëren en plakken
Heb je op je iPhone een verificatiecode ontvangen die je moet invullen op je Mac, bijvoorbeeld om in te loggen op een website? Dan kun je hem overtypen zoals Windows-mensen moeten doen, of doe het op de Apple-manier: kopieer de tekst op je iPhone, en toets vervolgens Cmd+V op je Mac. De gekopieerde tekst van je iPhone wordt magisch geplakt op je Mac! Uiteraard werkt dit ook andersom, en met ieder soort tekst.

3. Telefoneren vanaf je Mac
Wanneer je iPhone in de buurt is van je Mac, kun je telefoongesprekken starten vanaf de Mac zelf. Activeer hiervoor op je iPhone in ‘Instellingen>Mobiel netwerk’ de optie ‘Bel via andere apparaten’. Zoek je vervolgens bijvoorbeeld een restaurant op in de Kaarten-app, dan kun je met een druk op het telefoon-icoontje bellen om een tafel te boeken. Je gebruikt dan de microfoon en speaker van je Mac, of die van een verbonden koptelefoon of AirPods. Drukken op een telefoonnummer in Contacten, Berichten, Safari of andere apps werkt ook, net als op je iPhone zelf. Telefoongesprekken aannemen kan óók op de Mac. Zodra je gebeld wordt op je iPhone, zie je rechtsboven op je Mac een melding verschijnen waarmee je het gesprek kunt aannemen of weigeren. En nóg een coole optie: je kunt ook FaceTime-gesprekken die je bent begonnen op je Mac overnemen op je iPhone, en andersom. Dit doe je aan de hand van het camera-icoontje in de statusbalk op je iPhone, of rechts in de menubalk op je Mac.

4. AirPods overzetten
Heb je een paar AirPods? Die kun je automatisch laten wisselen tussen je iPhone en Mac. Doe ze in, ga achter het apparaat zitten dat je wilt gebruiken en de rest gaat vanzelf! In sommige gevallen moet je de audio even handmatig overzetten, bijvoorbeeld als je iets aan het luisteren bent op je AirPods via je iPhone en vervolgens achter je Mac gaat zitten. Dit kan door het Bedieningspaneel te openen (twee schuifregelaars rechtsboven), op ‘Geluid’ te tikken en je AirPods te kiezen. Op je iPhone kun je je AirPods kiezen via het Bedieningspaneel: veeg van rechtsboven naar beneden (of van beneden naar boven op iPhones met een thuisknop) en druk op de AirPlay-knop in de muziekspeler. Tik daarna op je AirPods in het menu.

5. iPhone als webcam
De ingebouwde webcam van MacBooks en iMacs is de laatste jaren veel beter geworden, maar wil je écht professioneel voor de dag komen tijdens een videogesprek, dan heb je toch echt een betere camera nodig. Die van je iPhone, bijvoorbeeld. Met speciale MagSafe-accessoires van onder meer Belkin zet je je iPhone boven op je MacBook of externe monitor, waarna hij automatisch door je Mac wordt geselecteerd als webcam wanneer je een videobel-app start. Zo zie je er beter uit dan ooit!
6. iPhone als scanner
Vroeger had bijna iedereen wel een scanner of printer/scanner-combinatie in huis, maar die tijden zijn inmiddels wel voorbij. Toch moet je soms écht even een document digitaliseren, en daar helpt je iPhone je bij. Wanneer je in een tekstdocument werkt op je Mac, bijvoorbeeld in Notities, kun je via ‘Archief>Voeg in vanaf iPhone>Scan documenten’ in de menubalk je iPhone snel inzetten als documentenscanner. Leg de gewenste pagina(s) vast, tik op ‘Bewaar’, en de scans verschijnen direct op je Mac.
7. Persoonlijke hotspot
Heeft je Mac even geen internetverbinding, bijvoorbeeld doordat de trein-wifi weer moeilijk doet of omdat er een storing is? Geen probleem: gebruik je iPhone als hotspot! Apple maakt het je gemakkelijk: druk op je Mac op het wifi-symbooltje rechtsboven (of ga naar ‘Systeeminstellingen>Wifi’) en kies hier je iPhone als verbindingspunt. Je wordt direct verbonden via de 4G- of 5G-verbinding van je iPhone. Bedenk alleen wel dat dit van je databundel wordt afgesnoept. Gebruik je het vaak, dan is onbeperkt internet geen overbodige luxe.

8. AirDrop
AirDrop is Apple’s draadloze standaard voor het versturen van bestanden tussen Apple-apparaten. Het wordt ondersteund op de iPhone, iPad en Mac, en maakt het heel gemakkelijk om iets tussen je eigen apparaten te delen – of stuur iets naar het apparaat van een vriend of familielid. Zo werkt het!
-
1
Inschakelen
Je schakelt AirDrop in via ‘Systeeminstellingen>Algemeen>AirDrop en Handoff’, of op je iPhone via ‘Instellingen>Algemeen>AirDrop’. Wifi en bluetooth moeten ingeschakeld zijn. Je kiest zelf wie je bestanden mogen sturen: alleen mensen uit je contactenlijst, of iedereen.
-
2
Delen op iPhone
Bestanden delen via AirDrop doe je op de iPhone vanuit het Deel-menu. Selecteer bijvoor- beeld een foto in de Foto’s-app, en druk linksonder op de Deel-knop. Tik dan op AirDrop, en kies de ontvanger. Laat de ontvanger accepteren, en een kopie van je foto vliegt weg!
-
3
Delen op Mac
Op je Mac werkt AirDrop net even anders. Ctrl-klik op een bestand, en kies ‘Deel’ in het contextmenu. Klik vervolgens op AirDrop, en kies een ontvanger. Verstuur je bestanden tussen je eigen apparaten, dan hoef je niet te accepteren op het ontvangende apparaat.
Bestanden die je via Airdrop deelt met je Mac, komen bijna altijd automatisch terecht in de Downloads-map in je Finder. Bij foto’s krijg je ook de keuze om de kiekjes direct te importeren in de Foto’s-app. Bestanden die je van je Mac verstuurt naar je iPhone, worden automatisch naar de juiste app gestuurd. Foto’s en video’s gaan – verrassing – naar de Foto’s-app. De meeste ovrige bestanden komen terecht in de Downloads-map in de Bestanden-app.
9. AirPlay
Met AirPlay verstuur je beeld en geluid van je Apple-apparaten naar ondersteunde speakers en smart-televisies – maar de functie werkt ook onderling. Je kunt met AirPlay namelijk gemakke- lijk het beeld van je iPhone naar je Mac versturen. Dit is handig voor als je even snel je vakantiefoto’s op een groter scherm wilt tonen, maar bijvoorbeeld ook als je een streamingapp op je iPhone hebt staan die niet beschikbaar is op de Mac – denk aan HBO Max of Disney+. Je krijgt door het beeld naar je Mac te streamen via AirPlay vaak zelfs hogere beeldkwaliteit en HDR te zien, wat bij de browserversie van veel streamingdiensten ontbreekt.
Je kunt ook je gehele iPhone-scherm delen. Zo kun je bijvoorbeeld iets laten zien in een app, of je browser op een groot scherm tonen. Dit werkt via de functie ‘Synchrone weergave’. Open hiervoor het Bedieningspaneel op je iPhone door van rechtsboven naar beneden te vegen (of van onder naar boven op iPhones met een thuisknop), en zoek naar het icoontje met twee rechthoeken over elkaar. Tik erop, en kies je Mac om het beeld van je iPhone ernaartoe te sturen. Zie je het icoon niet? Dan moet je hem nog toevoegen aan je Bedieningspaneel via de ‘+’ linksboven. Tik daarna onderaan op ‘Voeg regelaar toe’ en kies dan ‘Synchrone weergave’ in de lijst.
-
1
Vind de knop
De AirPlay-knop is bij de meeste streamingdiensten prominent in beeld, maar bij sommige apps moet je even zoeken. Zo moet je in Foto’s eerst een foto openen, op de Deel-knop linksonder tikken, en dan AirPlay selecteren in de lijst.
-
2
Lijst
Je krijgt nu een lijst te zien van alle apparaten waar je het beeld naartoe kunt streamen. Als het goed is staat je Mac er al bij. Is dit niet het geval? Ga dan op de Mac naar ‘Systeeminstellingen>Algemeen>AirDrop en Handoff’ en zet ‘AirPlay-ontvanger’ aan.
-
3
Naar de Mac
Tik op je Mac, en het beeld van je iPhone wordt naar je Mac verstuurd. Je kunt de AirPlay-verbinding stopzetten via het kruisje linksboven op de Mac, of door op het AirPlay-icoon op je iPhone te tikken en ‘Zet AirPlay uit’ te kiezen.
10. AirPrint
Een uitkomst voor eigenaren van een Mac en een iPhone is een printer met AirPrint. Dit is Apple’s eigen standaard voor netwerkprinters, die het mogelijk maakt om zonder moeilijke configuratie een printer te gebruiken met je Mac. Bovendien zorgt AirPrint ervoor dat een printer ook zichtbaar is voor je iPhone, waardoor je dus niet meer je Mac nodig hebt om die ene routebeschrijving of die paar concerttickets te printen – het printen kan dan vanaf het Deel-menu op je iPhone. Bijna alle netwerkprinters van bekende merken hebben tegenwoordig wel AirPrint, of je nou een HP, Brother, Epson of Canon in huis haalt. Weet je het niet zeker of je printer het ondersteunt? Pak dan even de handleiding van je printer erbij!
11. iCloud-apps
Bij veel ingebouwde apps van je Mac en iPhone is iCloud helemaal ingebakken. Denk aan Agenda, Contacten, Notities, Herinneringen en Freeform. Staat van de bewuste app het iCloud-schakelaartje aan in Instellingen, dan wordt alles wat je doet in die apps automatisch gesynchroniseerd met iCloud. Sommige apps, zoals Contacten en Agenda, kunnen hun informatie ook via accounts van derden delen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een Google- of Microsoftaccount.

12. iCloud Drive
Apps van derden en een paar apps van Apple zelf maken gebruik van de iCloud Drive. Dat is een soort harde schijf in de cloud waar je bestanden in kunt opslaan, die bereikbaar is via de Finder op Mac en de Bestanden-app op iPhone en iPad. De werking verschilt met de apps waarbij iCloud is ingebakken, want daarvan vind je de bestanden alleen in de betreffende app. Een voorbeeld: een notitie in iCloud is enkel te vinden in de Notities-app, terwijl een Pages-document terug te vinden is in de Pages-app zelf én via Finder of Bestanden. uiteraard kun je kunt ook handmatig bestanden toevoegen aan de iCloud Drive.

13. Pages, Keynote en Numbers
Wie in Pages, Keynote en Numbers werkt – Apple’s eigen office-apps – kan alle bestanden synchroon houden tussen de Mac, iPhone en iPad. Het enige wat je hiervoor hoeft te doen, is het bestand opslaan in iCloud Drive (dit is meestal de standaard optie) en dus niet op de lokale opslag van je apparaat. Vaak staan er al mappen klaar in iCloud Drive voor alle drie de apps waar je je bestanden in kwijt kan. Bestanden die in iCloud zijn opgeslagen, worden live bijgewerkt op al je apparaten. Heb je dus op je Mac en op je iPhone hetzelfde bestand voor je neus, en werk je het bij op de Mac? Dan zie je direct je wijzigingen verschijnen op de iPhone. Benut vooral de sterke kanten van elk apparaat: de Mac heeft toegang tot alle geavanceerde functies om je documenten precies te finetunen, en de iPhone biedt een handige manier om overal even een wijziging door te voeren of een paragraafje te typen.

14. Zoek mijn
Met de Zoek mijn-app kun je je Mac terugvinden op de kaart vanaf je iPhone, en je iPhone weer terugvinden op de kaart vanaf je Mac. Handig voor als je een van de twee verloren bent, of als het apparaat ergens in huis rondslingert. In laatstgenoemde geval kun je een geluidje afspelen op het apparaat om het terug te vinden. Het werkt heel simpel: open de Zoek mijn-app op je Mac of iPhone, tik op het tabblad ‘Apparaten’, en kies het gewenste apparaat om het terug te vinden. Druk vervolgens op het i’tje ernaast om een geluidje af te spelen of het apparaat als verloren op te geven.

15. Safari
Ook in Safari zit iCloud ingebouwd. Hierdoor zijn je bladwijzers toegankelijk vanaf al je apparaten, maar ook je leeslijst (artikelen die je nog wilt lezen), tabbladgroepen en geopende tabbladen. Je bladwijzers en leeslijst vind je terug in de menubalk onder ‘Bladwijzers’ op de Mac, en achter het boek-icoontje op de iPhone. Je tabbladen zie je terug in de zijbalk van Safari op de Mac, en via het tabbladenoverzicht in Safari op de iPhone.
16. Berichten
Standaard komen in Berichten alle sms’jes en iMessages op al je apparaten binnen. Maar soms loopt dat niet helemaal synchroon en op nieuwe apparaten zonder back-up begin je ook weer opnieuw. Maar ook in dit geval biedt iCloud soelaas en zorgt ervoor dat ál je berichten synchroon blijven op al je apparaten. Uiteraard moet je dit wel even aanzetten in ‘(Systeem)instellingen>iCloud>Berichten’.
17. Wachtwoorden
De Wachtwoorden-app bestaat pas sinds iOS 18 en macOS 15 Sequoia, maar is nu al onmisbaar. Hiermee beheer je al je wachtwoorden via iCloud, wat wil zeggen dat je op al je apparaten toegang hebt tot je wachtwoorden en je dus niet alles meer hoeft te onthouden of op te schrijven. De Wachtwoorden-app biedt nog meer opties: zo bewaart hij ook je wifi-wachtwoorden, kun je hem gebruiken voor het aanmaken van two-factor-authenticator-codes (verificatiecodes), en genereert hij automatisch sterke wachtwoorden voor je als je ergens een nieuw account aanmaakt. Je haalt het meeste uit de Wachtwoorden-app als je ook Safari gebruikt, want daarin worden alle wachtwoorden automatisch voor je ingevuld vanuit iCloud, en zelfs verificatiecodes worden vanzelf ingevoerd. Maar er is ook een ietwat uitgeklede Chrome-extensie, genaamd iCloud-wachtwoorden.

18. iCloud-fotoʼs
Het inschakelen van iCloud-foto’s is heel eenvoudig. Op de iPhone ga je naar ‘Instellingen>iCloud>Foto’s’, en zet je de optie ‘Synchroniseer deze iPhone’ aan. Vervolgens worden al je iPhone-foto’s geüpload naar iCloud. Dit kan, afhankelijk van de grootte van je bibliotheek, lang duren. Op de Mac vind je de optie in ‘Systeeminstellingen>iCloud>Foto’s’. Zet hier de schakelaar aan bij ‘Synchroniseer deze Mac’. Soms moet je nog een tweede stap nemen in de Foto’s-app zelf: ga daar in de menubalk naar ‘Archief>Instellingen’ en kies voor het tabblad ‘iCloud’. Zet hier vervolgens de optie ‘iCloud-foto’s’ aan.
Heb je op beide apparaten de optie voor iCloud-foto’s ingeschakeld, dan worden de fotobibliotheken gecombineerd. Had je nog geen foto’s op je Mac? Dan zie je uitsluitend
je iPhone-kiekjes. Had je die al wel? Dan komen die nu terecht in iCloud, en zie je ze dus voortaan ook op je iPhone. Voor wanneer je je zorgen maakt om overlap: dubbele foto’s kun je gemakkelijk terugvinden via het mapje ‘Dubbele onderdelen’ in de Foto’s-App – dit mapje is overigens alleen zichtbaar als er ook daadwerkelijk doublures zijn. Zo filter je in een handomdraai alle duplicaten weg.
Opslag optimaliseren
In de menu’s die we hierboven beschrijven, vind je ook opties voor de opslag van je iPhone en Mac. Je kunt kiezen om de opslag te optimaliseren, of om originelen te bewaren. Bij de eerste optie kijkt je apparaat slim naar hoeveel opslag je nog over hebt, en slaat waar nodig de oudste foto’s alleen op in iCloud. Daar merk je verder weinig van, want de foto’s blijven gewoon in je bibliotheek staan zoals normaal, maar dan in een lagere resolutie. Zodra je een foto aantikt, wordt direct de volledige versie vanuit de cloud geladen. Kies je de optie om originelen te bewaren, dan wordt een volledige kopie van je fotobibliotheek op het apparaat bewaard. Handig op een Mac met veel opslag – minder handig op een iPhone met 128 GB.
Mac als fotokampioen
De Mac-versie van de Foto’s-app is een stuk uitgebreider dan de iPhone-variant. Zo heb je meer opties bij het bewerken van je foto’s – zoals de exclusieve Retoucheer-tool van de stappen hiervoor – maar ook meer opties voor het organi- seren van je beelden. Een ontzettend handige functie is het Slimme album (Archief>Nieuw slim album), waarmee je op basis van bepaalde criteria een album auto- matisch kunt vullen. Denk aan een album met alle foto’s van een bepaald cameramodel of alle foto’s met (een combinatie van) bepaalde personen of huisdieren. De mogelijkheden zijn redelijk eindeloos door honderden criteria die je kunt toepassen, en ook nog eens kunt combineren. Slimme albums blijven helaas wel beperkt tot je Mac, maar je kunt dit omzeilen door na het maken van een slim album de foto’s te verslepen naar een ‘normaal’ album – die wordt dan wél gesynchroniseerd met je iPhone.
Ook exclusief voor Foto’s op de Mac is de functie om fotoboeken, kalenders, kaarten, wanddecoratie en professionele prints van je foto’s te maken – al werkt dit wel met een omweg. Ctrl-klik op een foto of album en kies ‘Maak aan’. Je krijgt hier een lijst van opties te zien, waarachter weer een link zit naar de App Store. Vanuit daar kun je apps installeren voor het maken van fysieke foto-aandenken. Heb je zo’n app geïnstalleerd? Dan kun je je foto’s vervolgens direct met de ‘Maak aan’-optie naar die app doorsturen. De laatste noemenswaardige functies van Foto’s op de Mac: exporteren en importeren. Met exporteren kun je gemakkelijk geselecteerde foto’s exporteren naar een map in Finder, of bijvoorbeeld een usb-stickje of externe schijf. Met importeren doe je juist het omgekeerde. Laatstgenoemde is vooral handig als je net met de Foto’s-app begint, en een hele collectie oude fotomapjes hebt van de afgelopen decennia die je in je iCloud-fotobibliotheek wilt krijgen.
-
1
Kies je kiekje
Heb je iCloud-foto’s geactiveerd? Tijd om eens de kracht van een gesynchroniseerde bibliotheek te testen! Navigeer op je Mac naar een foto naar keuze, en druk op ‘Bewerk’. Kies dan voor het tabblad ‘Retoucheer’.
-
2
Weghalen
Met de Retoucheer-tool, die exclusief te gebruiken is op Macs met een M1-chip of nieuwer, kun je gemakkelijk objecten en mensen uit foto’s halen. Het enige wat je hoeft te doen, is omcirkelen wat je weg wilt halen. Kies dan ‘Gereed’.
-
3
Foetsie
Open nu dezelfde foto op je iPhone. Voìla: je wijziging is ook hier doorgevoerd! Soms kan het even duren voordat je de verandering ziet. Kies nu de knop met de drie schuifregelaars onderin voor het bewerkmenu van de iPhone.
-
4
Herstellen
Je kunt je foto nu verder veranderen, of alle wijzigingen terugdraaien met ‘Herstel>Terug naar origineel’. Wat je ook verandert: op de Mac worden al je wijzigingen ook direct doorgevoerd.